22 september 2013

Brochure ABVV Charleroi: Acht vragen, acht antwoorden over de “syndikale en politieke onafhankelijkheid”

Geschreven door Denis Horman op zondag, 22 september 2013

Het ABVV van Charleroi-Zuid-Henegouwen legt de zin uit van haar 1-meioproep 
Op 1 mei 2012 lanceerde  Daniël Piron,de algemeen secretaris van ABVV Charleroi-Zuid-Henegouwen, in naam van het uitvoerend comité van het regionale ABVBV, een oproep  tot een brede politieke krachtenbundeling op het politieke en electorale vlak links van de PS en Ecolo. Dit met het doel om een echt antikapitalistsich alternatief naar voor te schuiven. Enkele weken later sprak de algemeen secretaris van de CNE (CSC) –de Franstalige christelijke bediendenbond-, Felipe Van Keirsbilck zich in dezelfde zin uit. Verschillende vakbondsverantwoordelijken deden hetzelfde.
Op 27 april 2013 kwamen in Charleroi op basis van deze oproep zo’n 400 mensen bij elkaar: syndikalisten, militanten van sociale bewegingen, van radikaal linkse organisaties… “Echt links is in opmars,  niets kan haar nog stoppen”, het was met deze woorden dat Daniel Piron deze dag van debatten en strijd afsloot. Hij riep op om dit initiatief te verbreden in Wallonië, Brussel en Vlaanderen.
Om de zin van haar oproep uit te leggen publiceerde het ABVV van Charleroi zopas een  brochure op enkele duizenden exemplaren, in de vorm van acht vragen en antwoorden, met als titel Syndikale en politieke onafhankelijkheid.
acht vragen en antwoorden...
De verantwoordelijkheid van de syndikale beweging
“Moet de vakbond zich bezighouden met politiek”? Dat is de eerste vraag waarop het ABVV van Charleroi onmiddellijk antwoordt: “ Zij kan dit niet alleen, ze moet dat ook doen”. En men brengt de Beginselverklaring van het ABVV in herinnering, die de nadruk legt op de verdediging van een maatschappijproject zonder klassen dat niet verenigbaar is met het kapitalisme. Wat inhoudt dat “men dit systeem afschaft en het vervangt door een ander, socialistische en demokratische samenleving”.
“Het is in naam van ons ultieme doel van een klasseloze maatschappij dat wij strijden tegen de macht van de kapitalistische minderheid en voor de macht aan de werknemers. In die zin,  moeten wij ons met politiek bezighouden” aldus het ABVV van Charleroi.
Om de sociale achteruitgang tegen te houden en antikapitalistische eisen op te legen “hebben wij in de eerste plaats nood aan een meer strijdbaar en democratisch syndikalisme”,  zo onderstreept de brochure, die eveneens verduidelijkt dat syndikale strijd niet volstaat, en dat die verdergezet dient te worden door een politieke actie, op alle politieke niveaus: “Het zuivere syndikalisme, zonder politieke uitdrukking, is geen oplossing”.
Vandaar de heldere en scherpe vaststelling die al naar voor werd geschoven in de oproep van 1 mei 2012: “ Zij die zich voordoen als onze “politieke vrienden” in het parlement en in de regering, de sociaal-democratie en de groenen(…) zijn bekeerd tot de neoliberale dogma’s over de competitiviteit en de privatisering (…). Deze partijen collaboreerden en blijven collaborenen om een kapitalistsich Europa op te bouwen, dewelke een oorlogsmachine is tegen de wereld van de arbeid (…) Van Globaal Plan tot de maatregelen Di Rupo, via het Generatiepact,  helpen zij vastberaden mee om de besparingspil te doen slikken tegen het vakbondsverzet”.
De voorbeelden van Griekenland, Groot-Brittanië, Portugal, Italië en Spanje, die in de vakbondsbrochure worden aangehaald, tonen aan dat de medebeheerpolitiek, zoals hij uitgevoerd en gesteund wordt door de sociaal-democratische partijen, vrij spel gaf en nog steeds geeft aan rechts en extreem-rechts: “In deze landen, profiteerde dit rechts om nog agressievere regeringen te vormen tegen de werknemers. In die omstandigheden, is een strategie van “kritische steun” een dodelijke valstrik, die we dringend moeten opgeven”.
Wat te doen?
Wil het ABVV van Charleroi een nieuwe politieke partij vormen?
“Nee, wij vormen geen partij, dat is onze rol niet. Wij stellen voor dat het ABVV het tot stand komen van een anikapitalistische kracht op het politieke en electorale terrein aanmoedigt. Dat is niet hetzelfde”.
Net zoals Daniel Piron al had aangegeven in 1-Meioproep, onderstreept de brochure dat deze kracht, deze hergroepering, die op termijn een partij kan worden, zich moet verbreden. Concreet werd in Charleroi een steuncomité voor de oproep opgericht, met de diverse radikaal linkse partijen. Het ABVV van Charleroi nodigt ook linkse leden van de PS en Ecolo uit om de dynamiek te vervoegen die aan de gang is. Zij nodigt eveneens linkse intellectuelen, militanten uit het vereniginsleven, enz. uit om zich aan te sluiten bij de oproep.
Welke concrete stappen zetten?
Voor het ABVV van Charleroi Sud Hainaut is het eerste dat moet gebeuren de bevoorrechte banden met de PS te verbreken. Dat is wat zij al enkele jaren heeft gedaan: “ Het gaat er niet om de PS als een vijand te bestempelen of haar te belasteren, maar om te begrijpen dat de bevoorrechte banden van het ABVV met de PS, in het kader van de Socialistisch Gemeenschappelijke Actie, ons verhinderen om af stappen van de strategie van kritische steun en gelobby, die ons in een impasse heeft gestort”.
Als conclusie van de bijeenkomst op 27 april in Charleroi gaf Daniël Piron aan dat het steuncomité voor de oproep van de 1e Mei zich tot taak heeft gesteld om een antikapitalistisch noodplan uit te werken. Dat is de tweede taak die in de brochure uit de doeken wordt gedaan: “ Het komt er op neer dat wij, als syndikalisten, een antikapitalistisch programma uitwerken, dat wij op het politieke terrein willen zien overgenomen worden (….). Een antikapitalistisch programma is het enig mogelijke alternatief voor de gegeven omstandigheden. Wij hebben niet de pretentie dat wij dit alleen in al haar dimensies kunnen uitwerken. Wij zullen een eerste ontwerp voorleggen dat verder kan aangevuld worden en verrijkt worden samen met anderen”.
Wat betreft de nieuwe politieke uitdrukking, ook daar gaat het niet enkel over een politieke uitdrukking van het ABVV: “Wij  willen dat er een nieuwe politieke uitdrukking van de wereld van de arbeid in zijn geheel wordt opgericht. Het feit dat langs christelijke zijde het CNE mee betrokken is in het vervolg van de oproep van de eerste mei, wordt door het ABVV van Charleroi als een zeer belangrijk feit beschouwd: “Dit toont aan dat onze strategie geen bron van verdeeldheis is, maar net kan bijdragen aan het tegenovergestelde, door bepaalde historische opdelingen van de wereld van de arbeid te overstijgen”.
Deze mogelijkheid van samen optrekken rond een gemeenschappelijk politiek project wordt niet enkel als een kans beschouwd voor het ABVV van Charleroi, dat de aanzet heeft gegeven. Dit initiatief toont langs de ene kant de scherpzinnigheid en de verantwoordelijkheid aan die door deze regionale vakbondsafdeling aan de dag wordt gelegd, ten overstaan van al die “experts” en politiekers die ons het einde van de tunnel voor zeer binnenkort voorspellen:
“ We moeten zeer goed begrijpen dat deze mogelijkheid om de krachten te bundelen zijn aanvankelijke oorsprong vond in de ernst van de bedreigingen die op de wereld van de arbeid wegen. De Europese heersende klasse heeft een frontale aanval ingezet tegen onze sociale en democratische verworvenheden. Zij kan veinzen om een beetje ballast overboord te gooien op een bepaald moment om zo een sociale explosie te voorkomen of een ondergang van de gevestigde partijen. Maar zij heeft geen enkele andere mogelijkheid dan haar werk van sociale en ecologische afbraak verder te zetten ten voordele van een minderheid van de bevolking”.
Zal het niet erger zijn zonder de PS in de regering?
Het is omdat dit leitmotiv onvermijdelijk gaat terugkomen in de verkiezingscampagne van de PS dat het ABVV van Charleroi zelf de vraag stelt: “Maar is dit alles (de oproep van de 1e mei, n.v.d.r.) geen gevaarlijke utopie, op een moment dat rechts en het patronaat in het offensief zijn en België aan “de rand van de afgrond” staat, wat zware gevolgen gaat meebrengen voor de Sociale Zekerheid?”
“In tegendeel”, antwoordt het regionaal ABVV, “ geloven dat als men plooit voor de kapitalistische logica, en passief af te wachten tot het overwaait, dat dit ons gaat helpen, dat is bijzonder naïef. Wij staan met de rug tegen de muur, wij zien geen enkele andere uitweg dan de strijd en de internationale vereniging van de gevechten in het perspectief van een ander Europa (…) en te helpen aan de opgang en de ontwikkeling van deze nieuwe, antikapitalistische politieke kracht, links van de PS en Ecolo, opdat zij zo breed mogelijk zou worden. Ziehier de politieke strategie die wij voorstellen in plaats van die van de “kritische steun”. Dat is de zin van de oproep die wij hebben gelanceerd op 1 mei 2012”.
Wat “de redding van België” betreft, is het vaak een fout voorwendsel om sociale achteruitgang in te stellen: “ Na 540 dagen van “communautaire” onderhandelingen, bevatte de nota van de Eerste Minister Di Rupo, in naam van het compromis “om België te redden”, een hele reeks eisen van de N-VA, alhoewel deze partij uiteindelijk niet deelnam aan de regeringsmeerderheid”.
Voor het ABVV Charleroi-Zuid-Henegouwen is de nationale solidariteit, “ die van de solidariteit van onze klasse, die van de werknemers”, fundamenteel en “elke breuk van deze nationale solidariteit leidt tot minder middelen om de solidariteit te organiseren”. Laat ons het voorbeeld nemen van de Sociale Zekerheid, in de wetenschap dat in de volgende verkiezingscampagne de PS met een ander van haar stokpaardjes zal komen: “Wij zijn de laatste verdedigingslinie in de regering tegen de splitsing van de Sociale Zekerheid!”.
Het is waar dat er een groot bedreiging bestaat voor onze Sociale zekerheid. “ Haar splitsing zou een catastrofe voor de wereld van de arbeid betekenen”, erkent het regionale ABVV: “ We moeten het verhinderen, maar hoe? Door devoortzetting van de ontmanteling van de sociale verworvenheden te accepteren? Door de monarchie te steunen, die zogezegd  “de verbinding is tussen Vlamingen en Walen?” Deze keuze tussen de pest en de cholera is de keuze die de regering Di Rupo ons oplegt. Wij weigeren die”.
Het regionale ABVV schuift hier een eis naar voor die door de syndikale beweging op het politieke terrein zou moeten worden gebracht: “ Wij zeggen aan de politiek: de Sociale Zekerheid hoort toe aan de werknemers; de patronale bijdragen zijn geen “lasten”, maar uitgesteld en collectief loon; wij eisen het beheer van de Sociale Zekerheid onder democratisch beheer van de werkenden”
En de syndikale onafhankelijkheid in dit alles?
“Wij zijn een onafhankelijke tegenmacht tegenover alle politieke partijen en wij zullen dat altijd blijven, zelfs in een niet-kapitalistische maatschappij”. En het ABVV van Charleroi verduidelijkt: “Wat vandaag de onafhankelijkheid van de vakbonden bedreigt, is niet dat wij aan politiek doen, het is de manier waarop we aan politiek doen (…)
Wij organiseren mobilisaties tegen de besparingspolitiek, maar op een systematische manier zorgt de strategie van “kritische steun” er voor dat wij onze eisen laten vallen om de politiek van de PS en Ecolo niet in gevaar te brengen en dit in naam van “het minste kwaad”. We zijn op een punt gekomen vandaag dat bepaalde vakbondsverantwoordelijken, in naam van “het minste kwaad”, niet langer meer de strijd tegen de besparingspolitiek willen organiseren”.
De alternatieve strategie die wordt voorgesteld door het ABVV Charleroi-Zuid-Henegouwen laat volgens hen toe opnieuw een “werkelijk onafhankelijke vakbond” te worden: laten we zelf, als syndikale beweging, ons strijdprogramma uitwerken in functie van één enkele bekommering: de noden van de werknemers.  Door hen aan te moedigen zich actief en democratisch in te schakelen, zodat dit programma en de acties van henzelf komen. “Dus, in plaats van dat de partijen hun politiek aan ons dicteren, zijn wij het die eisen zullen stellen  aan die partijen die zich engageren met ons te vechten voor dit programma.”
Ondanks de oproep dat de syndikale beweging “op een actieve manier de oprichting van een nieuwe antikapitalistische kracht op het politieke en electorale terrein zou aanmoedigen, een kracht die even trouw is aan de belangen van de wereld van de arbeid dan de bestaande krachten trouw zijn aan de belangen van de patroons”, houdt het ABVV Charleroi-Zuid-Henegouwen eraan te herinneren dat ze als vakbond op haar absolute onafhankelijkheid tegenover alle politieke partijen blijft staan.
Steun het initiatief van ABVV Charleroi-Zuid-Henegouwen
De SAP-LCR heeft onmiddellijk het belang begrepen van de oproep van de eerste mei 2012 door de algemeen secretaris van het ABVV van Charleroi. Wij hebben ons vanaf het eerste moment actief ingeschakeld in het steuncomité voor deze oproep.
Het is niet de eerste keer in de geschiedenis van ons land dat sectoren van de syndikale beweging breken met de sociaaldemocratie, maar het is de eerste keer dat een belangrijk deel van het ABVV zich uitspreekt voor een politiek alternatief links van de sociaaldemocraten en Groenen en zich op een concrete manier inzet om het ontstaan en de structurering van een nieuwe antikapitalistische politieke kracht aan te moedigen en op het politieke en electorale vlak vooruit te helpen.
De SAP-LCR heeft vanaf het begin het belang begrepen van deze gebeurtenis. Zij roept antikapitalistsich links op om haar verantwoordelijkheid te nemen, zonder kappellekesgeest, opdat deze bres in de sociaal- en christendemocratische greep op de arbeidersbeweging zo breed mogelijk wordt.

  • De brochure van het ABVV Charleroi-Zuid-Henegouwen kan ook bij de SAP verkregen worden. Een Nederlandse vertaling verschijnt binnen afzienbare tijd.

12 augustus 2013

12 september: Actie tegen de loonstop



Neen aan de bevriezing van de lonen:
Op 12 september omsingelen we het parlement!
Niet de lonen, maar de winsten moeten bevroren worden!

In naam van het heilig concurrentievermogen heeft de regering een wet op de “loonmatiging” gelanceerd. Het federaal parlement zal die wet binnenkort goedkeuren; dat zou in principe reeds gebeurd zijn in 2012 met het oog op de begroting van 2013.
We moeten ons met kracht tegen dit wetsontwerp verzetten, dat leidt tot nog meer verarming van de werkers, ten voordele van de aandeelhouders! Daarom omsingelen we het Parlement op 12 september aanstaande!

Door een wijziging aan de wet van 1996 op het concurrentievermogen (wet op de loonnorm) wil de regering onze lonen blokkeren tegenover de buurlanden: Frankrijk, Nederland maar vooral in verhouding met Duitsland. En dat voor meerdere jaren!

Het Duits model is dé inspiratiebron geworden van onze regeerders. Over de duistere kanten van dit model zijn ze echter nogal zwijgzaam: geen minimumloon, geen indexering van de lonen, 7 miljoen mini-jobs aan 400 euro per maand, 15% armen… Volgens het Deutsches Institut für Wirtschaftsforschung daalde het gemiddelde reële brutoloon in Duitsland in de periode 2000-2010 met 4,2%, de laagste lonen daalden zelfs met 20% .

We zitten dus echt in een wedloop om het laagste loon, en volgens onze regering moet België deze wedloop ‘winnen’ …

Wij verzetten ons tegen het uitspelen van de de Europese arbeiders tegen elkaar en wij willen niet weten van een wet die de werkers verarmt!

De regering blokkeert de lonen, maar van een bevriezing van de winsten van de patroons en de bedrijven is geen sprake. En ze staat altijd klaar om miljarden overheidsgeld te pompen in ‘onze’ banken, die nochtans verantwoordelijk zijn voor de crisis.

Aan ons loon zitten, dat is volgens de regering blijkbaar goed voor het ‘ondernemersklimaat’, voor de ‘competitiviteit van onze bedrijven’, en vette bonussen trekken zogezegd investeerders en bekwame bedrijfsleiders aan…

Men zegt er niet bij dat in de afgelopen 10 jaar de Belgische bedrijfswinsten met meer dan 75% gestegen zijn, dat de aandeelhouders drie maal zoveel dividend binnenhaalden, maar dat het beschikbaar inkomen van de gezinnen slechts met 13% steeg …
We hebben genoeg van de georganiseerde armoede!

Bijeenkomst op 12 september om 18u aan de Congreskolom (Koningsstraat, buiten de neutrale zone), in Brussel.

Dit is een initiatief van de ACSIE-comités (ACtie tegen de Soberheidspolitiek In Europa) / Comités Action Europe (CAE), een samenwerking van syndicale militanten, andersglobalisten, indignados en verontwaardigde burgers.

U kunt ons ook vinden op Facebook (https://www.facebook.com/events/566303553398720/).

7 juli 2013

Arbeiders-bediendenstatuut: het zoveelste «goed compromis»?



De manier waarop het 25 uur durend overleg over het arbeiders-bediendenstatuut is verlopen en de  afloop ervan, laten geen enkele twijfel over de wil van de regering om het de vakbondsleidingen onmogelijk te maken hun militanten serieus te raadplegen over de inhoud van het fameuze «compromisvoorstel». De tekst zoals hij door Minister van Arbeid Monica De Coninck werd opgemaakt, werd onmiddellijk voorgelegd en goedgekeurd door het kernkabinet. Hij kan dus in werking treden voor de uiterste datum van 8 juli.
«Vrijdag aanvaardden de sociale partners een tekst opgemaakt door de Minister van Arbeid.   Subtiel detail: ze hebben hem niet ondertekend, om hem niet te moeten laten goedkeuren door hun basis, met de risico's die dat zou meebrengen», titelde Le Soir deze zaterdag.
Alvast bij het ABVV waren nochtans afgelopen week een aantal stappen gezet die konden doen geloven dat de vakbond zich voorbereidde op toekomstige procedures bij de rechtbank, en niet meer verwachte (of niet meer hoopte?) dat er een rot compromis uit de bus zou komen.
In de schaduw gesteld door een stevige mediacampagne rond het weinig benijdenswaardige lot van de Saksen-Coburgs, werd het lot van miljoenen werkenden bezegeld. En de vakbondsvergaderingen die deze week nog zouden discussiëren over dit dossier, zoals het Federaal Bureau van het ABV dat voor 9 juli was gepland, zijn er enkel nog voor de galerij.

Aan het begin van je loopbaan? Sneller afgedankt!
In de eerste twee jaren van de beroepsloopbaan zal de opzegtermijn 1 week per gewerkt trimester bedragen, met een minimum van 2 weken (14 dagen). Ter vergelijking: tot nu toe bedroeg de minimale opzegtermijn voor arbeiders 4 weken (28 dagen) en voor bedienden 13 weken. Deze maatregel zal zeker en vast het patronaat plezieren, dat meer vrijheid wil om aan te werven... en af te danken. Vandaag is er in heel wat bedrijven een groot verloop. Weinig werkenden eindigen hun carriere nog in het zelfde bedrijf waar ze ooit begonnen zijn. Overal wordt deze beroepsmobiliteit geprezen. De nieuwe maatregel betekent dus in de toekomst een belangrijke achteruitgang voor een groot aantal werknemers. Gecombineerd met het toenemend aantal interimcontracten en contracten van beperkte duur, zal hij de onzekerheid van het arbeidscontract stevig doen toenemen. En raad eens wie het hardst zal getroffen worden door deze maatregel? De jongeren en vrouwen natuurlijk, die veel meer in onzekere contracten werken!
Zeker, wie werkt in een arbeidersstatuut, vandaag 1,4 miljoen mensen, ziet zijn of haar vooropzeg positief evolueren na 6 maand ancienniteit, maar daar staan 2 miljoen mensen in een bediendenstatuut tegenover die hun opzegtermijn drastisch ingekort zien. In de eerste plaats de  twee derden van de bedienden voor wie vandaag de gunstigere berekingswijze gold via de  fameuze Formule Claeys, omdat ze een inkomensplafond doorbraken. In het «compromis» wordt de Formule Claeys afgeschaft. De patroons krijgen bovendien nog een paar bijkomende voordelen: de sectoriële toelagen bovenop de werkloosheidsuitkeringen zullen wsorden afgetrokken van de opzegtermijn of de opzegvergoeding. Idem voor outplacement. Met andere woorden: de werkende mens moet zelf een deel van de kost van zijn of haar ontslag betalen!
Ook hier is het belangrijk goed in het hoofd te houden dat het toenemend belang van de dienstensector in de economie en de evolutie van heel wat beroepen, er toe leidt dat steeds meer mensen met een contract van beperkte duur worden aangeworven. De grote massa van de werkenden van morgen zal dan ook veel slechter beschermd zijn tegen ontslag. Anne Demelenne, nationaal secretaris van het ABVV stelt daarentegen dat volgens haar «het compromis een voldoende hoog niveau van bescherming waarborgt voor de werknemers, zonder de bedrijven te wurgen of de financiën van de staat in gevaar te brengen.». Een «goed compromis», wat.

Het is nog niet te laat!
We mogen ons natuurlijk niet in slaap laten wiegen door dit soort discours over een akkoord waarbij zogezegd iedereen wint. In deze zaak, waarbij de hele werkende klasse, ongeacht het specifiek juridisch statuut waarin iemand zat, heel wat te winnen had, is de mogelijkheid iets binnen te halen eens te meer handig onderuitgehaald door onderhandelingen in ministeriële achterkamertjes, ver van de pers en vooral van de syndicale achterban. Maar vermits de beslissing genomen werd zonder de autonomie en het democratisch functioneren van de vakbonden te respecteren, en ook omdat er nog heel wat te regelen blijft (proefperiode, vakantiegeld, motivering ontslag,...), is het nog lang niet voorbij.
De regering mag dan wel de forcing willen doorvoeren, dat mag de instanties van de vakbonden er niet van weerhouden dit slecht «compromis» te verwerpen. Het volstaat natuurlijk niet het te verwerpen voor de mooie ogen (en die hebben we allemaal) van de syndicale achterban, maar wel om dan voluit te gaan in het gevecht voor de harmonisering van de statutennaar boven toe en tegen de blokkering van de lonen. Een tekst die op autoritaire wijze door de politieke macht werd aanvaard, kan onder druk van de straat en de staking worden ingetrokken, als die druk stevig genoeg is. Bewijzen te over uit onze eigen sociale geschiedenis en het buitenland. En zoals we elke dag op het journaal kunnen zien, zijn regeringen ook niet voor eeuwig... De werkende klasse en haar vakbonden heeft er alle belang bij zich niet zonder verzet naar de sociale slachtbank te laten leiden!

16 juni 2013

N-VA en de arbeidsmarkt. Vakbonden: wakker worden!



Door Jan Blommaert

http://img.zita.be/tmp/620/242/c/2982/201112030753-1_di-rupo-plooit-niet-voor-vakbonden-.jpg 
Na de Open VLD heeft nu ook de N-VA klare wijn geschonken inzake z'n visie op de arbeidsmarkt. CAO's gaan eraan, de indexering heeft z'n tijd gehad, en mini-jobs zijn best oké. Tijd voor de vakbonden om hun conclusies te trekken.
Ben Weyts was de man van dienst deze keer, maar het liedje van N-VA is inmiddels welbekend: Vlaanderen moet zelf zijn arbeidsmarktbeleid kunnen voeren, en dat beleid bestaat uit een drastische verlaging van de lonen, de verregaande flexibilisering van de arbeidsmarkt, een uiterst restrictief beleid tegenover werklozen, met mini-jobs als een instrument voor een radicale 'activering' van de vele luiaards onder de Vlamingen. Het liedje wordt al maanden uit vele kelen gezongen, doorgaans met Jan Jambon - vriend van de Antwerpse diamantairs - in een tenorenrol en met VOKA als achtergrondkoor.
Deze keer gaat de N-VA echter heel erg ver. Het systeem van de Collectieve Arbeids Overeenkomsten - de CAO's - moet eraan geloven. Werknemers moeten hun looneisen vanaf nu op het niveau bespreken van het individuele bedrijf, niet meer op nationaal niveau en onder toezicht van de overheid. Daardoor wordt loonvorming volledig afgestemd op het ritme van de bedrijfsresultaten, en - zo argumenteert N-VA - ontstaat een win-win stuatie tussen ondernemer en werknemer. Immers, bij groei kan de werkgever besluiten een winstdeelname uit te keren aan de werknemers - de bonuscultuur - terwijl een neerwaartse knik in de resultaten snel en soepel kan doorgerekend worden in de lonen. Werknemers en werkgever vormen zo een front van gedeelde belangen: er moet winst gemaakt worden.
Het gaat nog verder: elk aspect van de arbeidsorganisatie moet vanaf nu gedecentraliseerd worden naar de bedrijven toe. De structuur van ploegenarbeid, flexwerk, overuren: laat dat maar over aan de individuele ondernemer en zijn/haar werknemers. Ze raken er wel uit. Het solidarisme lacht ons in alle glorie toe, de verzoening van de tegengestelde belangen van arbeid en kapitaal is een feit, we worden terug concurrentieel en iedereen geniet mee van de groei.

Oh ja?
Dat is het 'sociaaleconomisch confederalisme' voor de N-VA: de volledige liberalisering, of privatisering, van de arbeid, en de volledige verschuiving van de macht in het veld van arbeid naar de ondernemer en de aandeelhouders toe. Arbeid is geen algemeen belang meer en de staat heeft er zich dus niet mee te bemoeien. Het is een simpele afspraak tussen ondernemer en werknemer, en die afspraak wordt compleet bepaald door de ondernemer.
De loonvorming wordt immers volledig afhankelijk gemaakt van de bedrijfsresultaten - de winstvolumes met andere woorden. Niet van de behoeften van de werknemer, niet van een algemeen welvaartsniveau, niet van een besef dat winsten worden gegenereerd door arbeid en dat wie winsten wil maken die arbeid ook moet koesteren. Die overwegingen behoren allemaal tot datgene wat de N-VA, samen met vele anderen, voortdurend afschrijven als verouderd, verstard, conservatief, onrealistisch. In de plaats daarvan komen de winstverwachtingen van de aandeelhouders en de kwartaalcijfers die er een antwoord op zijn.
Want dat is het punt: werknemers hebben op geen enkele manier inspraak in de bepaling van de winstverwachtingen. Indien aandeelhouders van hun management een groeivoet van 10% per kwartaal eisen, dan hebben de werknemers daar geen enkele vorm van inspraak in. Het zijn de aandeelhouders en niemand anders - de "eigenaars" van het bedrijf - die uitmaken wat 'voldoende' en wat 'onvoldoende' winst is. De werkelijke onderhandelingsmarge van de werknemers is dan ook zero: als de vooropgestelde winst niet behaald wordt, gaan de lonen niet omhoog, en de werknemers hebben geen greep op de bepaling van die vooropgestelde winst.
Dit gegeven sleurt nog twee andere gevolgen mee. Een: de logica van dit systeem is dat de werkgever de laagst mogelijke lonen als basis zal nemen, en alles daarboven - de flexibele verloning - verbindt aan de bedrijfsresultaten. Gezien wat ik hierboven aangaf, leidt dit naar een 'race to the bottom' inzake lonen. Het ligt ook voor de hand dat de verleiding groot zal zijn voor ondernemingen om constructies op te zetten waarin niet-rendabele delen van het bedrijf, met veel werknemers, worden afgescheiden van rendabele delen met weinig werknemers. Dat is allemaal volstrekt legaal, en alweer heeft de werknemer daarin niet de geringste inspraak. Hoe zou u zelf zijn nietwaar?
Twee: het is het einde van de vakbond zoals we die kennen. De actieradius van de vakbonden wordt binnen dit N-VA model gereduceerd tot het bedrijfsniveau. Vermits er geen hoger niveau van overleg meer wordt geduld, betekent dit het einde van de vakbonden als structurele partner in het veld van arbeid in dit land. Ben Weyts en zijn makkers bepleiten dus, zoals ongeveer elke dictatuur maar zonder het met zoveel woorden te zeggen, de afschaffing van de vakbonden. Vakbonden vertragen de 'business cycle', heet dat dan. En als we willen concurreren met de VS, Japan en Zuid-Korea moet ook ons systeem van vakbonden daaraan aangepast worden.
De onderliggende visie bij dit alles is die van Hayek en Friedman: dat er maar een enkele hoge vorm van vrijheid is, en dat is de vrijheid van winstaccumulatie. Het is de ondernemer en de kapitalist die vrij moeten zijn; als dat zo is dan profiteert de rest daarvan mee. Siegfried Bracke zei het mooi: het ergste wat de armen kan overkomen is dat er geen rijken meer zijn. Dat dit soort vrijheid voor een elite de onvrijheid van de massa inhoudt, werd door Hayek als een kinderziekte van het kapitalisme afgedaan, die mits een verbeterde werking van het systeem spoedig zou verdwijnen. Inmiddels weten we dat Hayek op een andere planeet leefde dan de Planeet Aarde.

Goed gezelschap
De N-VA bevindt zich in goed gezelschap. Ook Gwendolyn Rutten en haar Open VLD zijn de weg van het extremisme ingeslagen: geen CAO's meer, geen loonaanpassing aan anciënniteit, geen statutaire benoemingen meer. De ondernemer en enkel de ondernemer bepaalt wat de de waarde is van de uren arbeid die hem zijn winst bezorgen. We gaan aan een sneltreinvaart terug naar datgene wat zelfs Hayek als een aberratie beschouwde: het laissez-faire van de late negentiende eeuw, het absolutisme van de ondernemer.
Voor Rutten moet het ook gedaan zijn met die 'heksenjacht' van de fiscus op ondernemers, en we weten dat ook Jan Jambon zijn beminde diamantairs ziet als door de hebzuchtige staat uitgeperste citroenen. Het was ongelukkig voor Rutten dat haar geweeklaag samenviel met de publicatie door Offshoreleaks van een enorm volume aan details over offshore-constructies gericht op het ontwijken van belastingen en het fiscaal beschermen van private vermogens. Het was bijvoorbeeld verhelderend te zien dat de familie Lehman - juist ja, de Lehman Brothers die de kredietcrisis van 2008 lieten detoneren - haar geld veilig in allerhande belastingparadijzen heeft geparkeerd. En uit eerdere documenten weten we dat captains of industry zoals de baggerfamilie De Nul zeer actief zijn in belastingparadijzen, maar toch schaamteloos overheidsgaranties aan de belastingbetaler vragen om te kunnen gaan boren op de Noordpool. En ze nog krijgen ook.
Het is dus de hoogste tijd dat mensen zoals Rutten, Weyts en hun medestanders de 'echt bestaande economie' bekijken en ophouden met de sociaaleconomische science fiction die uitgaat van een perfecte economie vol goedmenende, humane en niet-hebzuchtige kapitalisten, en met werknemers die graag bereid zijn voor een habbekrats te werken voor dat soort brave mensen. Die ideale economie, als ze al bestaat, is een aberratie; de echte economie ziet er helemaal anders uit. En de maatregelen die Rutten en Weyts voorstellen zullen deze economie niet verbeteren; ze stimuleren net de slechtste aspecten ervan.

Vakbonden ontwaak!
Ik zeg het al maanden en herhaal het telkens het nodig blijkt: als de vakbonden niet opletten en de zaak op zijn beloop laten, worden ze eerder vroeg dan laat wakker in een land zonder vakbonden. Zonder collectief overleg inzake loon, sociale rechten en koopkracht, zonder anciënniteit of vaste benoemingen, met in de plaats daarvan mini-jobs en miniwelvaart. De macht die vakbonden nu nog hebben, en de verantwoordelijkheid die ze dragen voor een paar miljoen werkenden zijn uiterst fragiele zaken die hen zonder pardon, zeer snel en onder algeheel gejuich van de OESO, de EU, het IMF en de industrie-lobby's kunnen worden afgepakt.
In de brave new world die daarop volgt, wordt de vrijheid van de elites afgekocht met de toenemende onderwerping van de massa's. De macht over de economie, en zo over de gehele samenleving, ligt uitsluitend nog bij de kapitalisten. Als die in een goede bui zijn, kan het meevallen voor de meerderheid; op andere dagen zullen we ons moeten troosten met de wetenschap dat "onze economie groeit", en doen alsof dat over onszelf gaat en dat wij daar baat bij hebben.
Het radicalisme waarmee men deze totale machtsverschuiving bepleit moet gecounterd worden door een even radicale tegenmacht. Dit is geen staatsgreep, maar een 'samenlevings-greep' waarin een kleine elite, met behulp van een totaal kromme logica, haar hand legt op wat wij allen kunnen, mogen en willen zijn. Dat recht hebben ze niet en kunnen ze nooit verwerven.
De vakbonden zijn het doelwit van dit extremisme; het is aan hen om volle gas terug te slaan. Nu het overduidelijk is dat twee Vlaamse partijen in dit land de vakbonden willen platwalsen, kunnen de vakbonden hun leden daarover informeren. Nu is het moment voor de vakbonden om aan hun leden uit te leggen dat je aan de éne kant niet van je vakbond kan verwachten dat die je belangen verdedigt en je arbeidsproblemen oplost, en aan de andere kant vrij bent om te stemmen op partijen die precies je belangenverdedigers willen liquideren. Een duidelijke stemoproep moet daarvan het gevolg zijn.
Voor de vakbonden wordt dit stilaan een strijd op leven en dood, en de verkiezingen waarin over dit soort zaken zal beslist worden, liggen minder dan een jaar van ons. Het is dus tijd. Vakbonden: sta nu eindelijk eens op.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op DeWereldMorgen (http://www.dewereldmorgen.be/)

27 mei 2013

IPA 2013-2014: van het abstracte naar het concrete en terug



Door Jef Van Der Elst

Notificatie inzake werkgelegenheid en competiviteit

In een tekst met deze onmogelijke naam wordt het politiek akkoord samengevat dat in  november 2012 in de regering gemaakt is over de doelstelling rond deonderhandelingen in de privé-sector. Hoofddoelstelling van de regering is dat “samen met de sociale partners over een periode van 3 IPA's de sedert 1996 ontstane reële loonkloof met de buurlanden wordt weggewerkt”.
Hiervoor heeft ze een aantal maatregelen in petto:
1.     In het IPA 2013-2014 mogen geen loonsverhogingen toegekend worden buiten de index en baremieke verhogingen. Voor de periode daarna zal een mogelijk opslag afhankelijk zijn van de evolutie van de “loonkloof”.
Er komen bijkomende lastenverlagingen en deze lopen door tot 2018.
Om de index nauwer te laten aansluiten bij het koopgedrag van de gezinnen komen er aanpassingen.
De wet van 1996 over de loonnorm moet aangepast worden: er moet strenger worden toegezien op de echte loonevolutie in de bedrijven en de sectoren. De lastenverlagingen kunnen dan ook afhankelijk gemaakt worden van de echte loonevolutie
De regering wil dit alles realiseren samen met de “sociale partners”, als dit niet lukt zal ze het zelf opleggen. Verder verwacht de regering dat sociale partners een oplossing uitwerken voor het probleem van de van de statuten arbeiders en bedienden.

Het mislukken van het Interprofessioneel overleg
Het mislukken van het Interprofessioneel overleg stond in deze context in de sterren geschreven. Patroonfederaties hadden de buit al binnen en gingen enkel voor meer. De vakbonden hadden een strategie van onderhandelen en beperkte mobilisaties. Warm en koud blazen tegelijkertijd dus.
Resultaat van dit alles: geen Interprofessioneel Akkoord, maar wel een aantal deelakkoorden die perfect in de lijn liggen van wat de regering wou. De loonnorm van 0,0 % wordt dan ook opgelegd bij Koninklijk Besluit.
Als de patroons dan ook nog voorstellen doen rond de opzegtermijnen arbeiders en bedienden, die nadeliger zijn dan wat er nu al bestaat voor de arbeiders in de meeste grote bedrijven, stopt ook het overleg over de statuten arbeiders en bedienden. De regering neemt over. Wat weinig goeds voorspelt.
De vakbonden stellen een mobilisatieplan op dat loopt tot eind juni. De concrete invulling hiervan leidt tot ernstige interne discussie binnen de vakbonden en ook tussen de vakbonden.

De “besprekingen” in de sector scheikunde
Traditioneel starten de sectoronderhandelingen in de sector scheikunde. De afgelopen twee jaar zijn zeer goed geweest voor deze sector. In 2012 is er een recordomzet geweest van meer dan 60 miljard wat 13 % meer is dan 2010 en een historisch record. Terwijl de tewerkstelling in de sector lichtjes gedaald is, is de productiviteit zo goed als verdubbeld.
Tegelijkertijd is deze sector één van de sectoren met de laagste minimumlonen.
Hierover hebben de vakbonden dan ook een gedetailleerde eisenbundel opgesteld.
Hierover wou echter Essenscia, de patroonfederatie van de sector, niet spreken. Er kon enkel onderhandeld worden als er een akkoord was rond een omkaderingstekst, die nog verder ging dan het KB rond de loonnorm.
De sociale partners en de onderhandelaars op ondernemingsvlak zullen zich volledig inschrijven in het wettelijk kader dat werd vastgelegd. Bijgevolg zullen zij op geen enkele manier in hun vraagstelling of onderhandelingen op ondernemingsvlak aanleiding geven tot overeenkomsten waarvan de inhoud niet conform het KB van 28 april 2013 is.”
Wat uiteraard voor de vakbonden onaanvaardbaar was.  Dit zou het zelfs onmogelijk maken om eisenbundels in te dienen waarin loonsverhogingen worden gevraagd. Na een schertsvertoning van enkele dagen zijn de sectorbesprekingen dan ook afgesprongen.

Van het abstracte naar het erg concrete
De Scheldelaan in Antwerpen is één van de grootste chemische clusters ter wereld. Hier zijn talrijke  chemische en petrochemische bedrijven gevestigd, meestal filialen van de grote internationale groepen.
In aanloop naar de Cao-onderhandelingen werden in de meeste bedrijven bevragingen gedaan van het personeel. Hieruit bleek dat er ernstige financiële verwachtingen bestaan bij de arbeiders en bedienden van deze bedrijven.
De jaren 2011 en 2012 waren voor de meeste bedrijven zeer goed. In de 5 grootste bedrijven werd een winst gemaakt van rond de 2 miljard euro. Door allerlei fiscale constructies werd hierop zeer weinig belasting betaald. De productiviteit is dan ook sterk gestegen en de werknemers verwachten hun deel van de koek.
Oftewel: er is een mismatch tussen het abstracte verhaal over de “loonkloof” van deze regering en de dagelijkse realiteit in de bedrijven. Maar ook hiervoor heeft deze regering in al haar wijsheid een antwoord: CAO 90. Wat is uitgesloten uit deze “loonnorm”? Eenmalige premies, die gebonden zijn aan bepaalde te bereiken doelstellingen. Waar het uiteraard uiteraard de patroons zijn die de doelstellingen bepalen.

Van het (erg) concrete naar het abstractere: het Duits model
Hiermee valt alles mooi samen. De uitkomst van dit hele verhaal:
1.     De afbraak van het interprofessionele niveau: dit niveau zorgde ervoor dat de tegenstellingen tussen de sterkere bedrijven en sectoren en de zwakkere niet teveel uit de hand lopen. Hierdoor wordt een “race at the bottom” vermeden. De working poor. In Duitsland bestaat geen minimumloon.
2.     De afbraak van het sectorale niveau: een voldoende hoog niveau in de sectoren vermijdt dat een neerwaartse spiraal de verworvenheden van de sterkere delen onder vuur legt. In Duitsland zijn er verschillende lonen en arbeidsvoorwaarden in de verschillende deelstaten met uiteraard een interne concurrentie hierrond.
3.     Op bedrijfsvlak: het vervangen van loonsverhogingen door éénmalige, resultaatsgebonden premies. Vaste bestanddelen van het loon worden vervangen door variabele, afhankelijk van het bereiken van resultaten.
Deze drie elementen zijn typisch voor het Duits model, dat na de hervormingen van de “socialist” Schröder als model gesteld wordt voor de andere landen van Europa.

De verpletterende verantwoordelijkheid van de vakbondsleidingen
Zonder achteraf slimmer te willen zijn dan de rest, is het duidelijk dat de plannen van de regering vanaf het begin heel duidelijk waren. Het politiek akkoord van deze regering heeft op een duidelijke manier omschreven wat de bedoeling was. De uiteindelijk resultaten van het proces rond het Interprofessioneel en het sectoroverleg wijken in niets af van de oorspronkelijke doelstellingen van de regering. Het is dan ook compleet onbegrijpelijk dat de leidingen van de vakbonden de hele tijd hebben zitten te schipperen tussen mobilisatie en overleg. Het is nu - achteraf gesproken -wel duidelijk dat deze strategie naar een complete impasse geleid heeft.

De politieke kwestie
De verschillende syndicale congressen moeten dan ook het bilan maken van deze duidelijke mislukking. Ze moeten dit ook doen in het besef dat dit niet een éénmalig falen is, maar dat dit ook al het bilan was van het vorige IPA en van de mislukte mobilisaties tegen de aanvallen van deze regering op de brugpensioenen, het tijdskrediet en de andere aanvallen tegen de werkenden in dit land. Dit kan ook niet zonder een diepgaande discussie over onze politieke vertegenwoordiging: welke politieke vertegenwoordiging moet de arbeidersbeweging opbouwen om ook op het politieke vlak te wegen en om onze essentiële belangen te verdedigen?

Jef Van Der Elst