Door Jan Blommaert

Na de Open VLD heeft nu ook de N-VA klare
wijn geschonken inzake z'n visie op de arbeidsmarkt. CAO's gaan eraan, de
indexering heeft z'n tijd gehad, en mini-jobs zijn best oké. Tijd voor de
vakbonden om hun conclusies te trekken.
Ben Weyts was de man van dienst deze keer,
maar het liedje van N-VA is inmiddels welbekend: Vlaanderen moet zelf zijn
arbeidsmarktbeleid kunnen voeren, en dat beleid bestaat uit een drastische
verlaging van de lonen, de verregaande flexibilisering van de arbeidsmarkt, een
uiterst restrictief beleid tegenover werklozen, met mini-jobs als een
instrument voor een radicale 'activering' van de vele luiaards onder de
Vlamingen. Het liedje wordt al maanden uit vele kelen gezongen, doorgaans met
Jan Jambon - vriend van de Antwerpse diamantairs - in een tenorenrol en met
VOKA als achtergrondkoor.
Deze keer gaat de N-VA echter heel erg ver.
Het systeem van de Collectieve Arbeids Overeenkomsten - de CAO's - moet eraan
geloven. Werknemers moeten hun looneisen vanaf nu op het niveau bespreken van
het individuele bedrijf, niet meer op nationaal niveau en onder toezicht van de
overheid. Daardoor wordt loonvorming volledig afgestemd op het ritme van de
bedrijfsresultaten, en - zo argumenteert N-VA - ontstaat een win-win stuatie
tussen ondernemer en werknemer. Immers, bij groei kan de werkgever besluiten
een winstdeelname uit te keren aan de werknemers - de bonuscultuur - terwijl
een neerwaartse knik in de resultaten snel en soepel kan doorgerekend worden in
de lonen. Werknemers en werkgever vormen zo een front van gedeelde belangen: er
moet winst gemaakt worden.
Het gaat nog verder: elk aspect van de
arbeidsorganisatie moet vanaf nu gedecentraliseerd worden naar de bedrijven
toe. De structuur van ploegenarbeid, flexwerk, overuren: laat dat maar over aan
de individuele ondernemer en zijn/haar werknemers. Ze raken er wel uit. Het
solidarisme lacht ons in alle glorie toe, de verzoening van de tegengestelde
belangen van arbeid en kapitaal is een feit, we worden terug concurrentieel en
iedereen geniet mee van de groei.
Oh ja?
Dat is het 'sociaaleconomisch
confederalisme' voor de N-VA: de volledige liberalisering, of privatisering,
van de arbeid, en de volledige verschuiving van de macht in het veld van arbeid
naar de ondernemer en de aandeelhouders toe. Arbeid is geen algemeen belang
meer en de staat heeft er zich dus niet mee te bemoeien. Het is een simpele
afspraak tussen ondernemer en werknemer, en die afspraak wordt compleet bepaald
door de ondernemer.
De loonvorming wordt immers volledig
afhankelijk gemaakt van de bedrijfsresultaten - de winstvolumes met andere
woorden. Niet van de behoeften van de werknemer, niet van een algemeen
welvaartsniveau, niet van een besef dat winsten worden gegenereerd door arbeid
en dat wie winsten wil maken die arbeid ook moet koesteren. Die overwegingen
behoren allemaal tot datgene wat de N-VA, samen met vele anderen, voortdurend
afschrijven als verouderd, verstard, conservatief, onrealistisch. In de plaats
daarvan komen de winstverwachtingen van de aandeelhouders en de kwartaalcijfers
die er een antwoord op zijn.
Want dat is het punt: werknemers hebben op
geen enkele manier inspraak in de bepaling van de winstverwachtingen. Indien
aandeelhouders van hun management een groeivoet van 10% per kwartaal eisen, dan
hebben de werknemers daar geen enkele vorm van inspraak in. Het zijn de
aandeelhouders en niemand anders - de "eigenaars" van het bedrijf -
die uitmaken wat 'voldoende' en wat 'onvoldoende' winst is. De werkelijke
onderhandelingsmarge van de werknemers is dan ook zero: als de vooropgestelde
winst niet behaald wordt, gaan de lonen niet omhoog, en de werknemers hebben
geen greep op de bepaling van die vooropgestelde winst.
Dit gegeven sleurt nog twee andere gevolgen
mee. Een: de logica van dit systeem is dat de werkgever de laagst mogelijke
lonen als basis zal nemen, en alles daarboven - de flexibele verloning -
verbindt aan de bedrijfsresultaten. Gezien wat ik hierboven aangaf, leidt dit
naar een 'race to the bottom' inzake lonen. Het ligt ook voor de hand dat de
verleiding groot zal zijn voor ondernemingen om constructies op te zetten
waarin niet-rendabele delen van het bedrijf, met veel werknemers, worden
afgescheiden van rendabele delen met weinig werknemers. Dat is allemaal
volstrekt legaal, en alweer heeft de werknemer daarin niet de geringste
inspraak. Hoe zou u zelf zijn nietwaar?
Twee: het is het einde van de vakbond zoals
we die kennen. De actieradius van de vakbonden wordt binnen dit N-VA model
gereduceerd tot het bedrijfsniveau. Vermits er geen hoger niveau van overleg
meer wordt geduld, betekent dit het einde van de vakbonden als structurele
partner in het veld van arbeid in dit land. Ben Weyts en zijn makkers bepleiten
dus, zoals ongeveer elke dictatuur maar zonder het met zoveel woorden te
zeggen, de afschaffing van de vakbonden. Vakbonden vertragen de 'business
cycle', heet dat dan. En als we willen concurreren met de VS, Japan en
Zuid-Korea moet ook ons systeem van vakbonden daaraan aangepast worden.
De onderliggende visie bij dit alles is die
van Hayek en Friedman: dat er maar een enkele hoge vorm van vrijheid is, en dat
is de vrijheid van winstaccumulatie. Het is de ondernemer en de kapitalist die
vrij moeten zijn; als dat zo is dan profiteert de rest daarvan mee. Siegfried
Bracke zei het mooi: het ergste wat de armen kan overkomen is dat er geen
rijken meer zijn. Dat dit soort vrijheid voor een elite de onvrijheid van de
massa inhoudt, werd door Hayek als een kinderziekte van het kapitalisme
afgedaan, die mits een verbeterde werking van het systeem spoedig zou
verdwijnen. Inmiddels weten we dat Hayek op een andere planeet leefde dan de
Planeet Aarde.
Goed gezelschap
De N-VA bevindt zich in goed gezelschap.
Ook Gwendolyn Rutten en haar Open VLD zijn de weg van het extremisme
ingeslagen: geen CAO's meer, geen loonaanpassing aan anciënniteit, geen
statutaire benoemingen meer. De ondernemer en enkel de ondernemer bepaalt wat
de de waarde is van de uren arbeid die hem zijn winst bezorgen. We gaan aan een
sneltreinvaart terug naar datgene wat zelfs Hayek als een aberratie beschouwde:
het laissez-faire van de late
negentiende eeuw, het absolutisme van de ondernemer.
Voor Rutten moet het ook gedaan zijn met
die 'heksenjacht' van de fiscus op ondernemers, en we weten dat ook Jan Jambon
zijn beminde diamantairs ziet als door de hebzuchtige staat uitgeperste
citroenen. Het was ongelukkig voor Rutten dat haar geweeklaag samenviel met de
publicatie door Offshoreleaks
van een enorm volume aan details over offshore-constructies gericht op het
ontwijken van belastingen en het fiscaal beschermen van private vermogens. Het
was bijvoorbeeld verhelderend te zien dat de familie Lehman - juist ja, de
Lehman Brothers die de kredietcrisis van 2008 lieten detoneren - haar geld
veilig in allerhande belastingparadijzen heeft geparkeerd. En uit eerdere
documenten weten we dat captains of industry
zoals de baggerfamilie De Nul zeer actief zijn in belastingparadijzen, maar
toch schaamteloos overheidsgaranties aan de belastingbetaler vragen om te
kunnen gaan boren op de Noordpool. En ze nog krijgen ook.
Het is dus de hoogste tijd dat mensen zoals
Rutten, Weyts en hun medestanders de 'echt bestaande economie' bekijken en
ophouden met de sociaaleconomische science fiction die uitgaat van een perfecte
economie vol goedmenende, humane en niet-hebzuchtige kapitalisten, en met
werknemers die graag bereid zijn voor een habbekrats te werken voor dat soort
brave mensen. Die ideale economie, als ze al bestaat, is een aberratie; de
echte economie ziet er helemaal anders uit. En de maatregelen die Rutten en
Weyts voorstellen zullen deze economie niet verbeteren; ze stimuleren net de
slechtste aspecten ervan.
Vakbonden ontwaak!
Ik zeg het al maanden en herhaal het
telkens het nodig blijkt: als de vakbonden niet opletten en de zaak op zijn
beloop laten, worden ze eerder vroeg dan laat wakker in een land zonder
vakbonden. Zonder collectief overleg inzake loon, sociale rechten en
koopkracht, zonder anciënniteit of vaste benoemingen, met in de plaats daarvan
mini-jobs en miniwelvaart. De macht die vakbonden nu nog hebben, en de
verantwoordelijkheid die ze dragen voor een paar miljoen werkenden zijn uiterst
fragiele zaken die hen zonder pardon, zeer snel en onder algeheel gejuich van
de OESO, de EU, het IMF en de industrie-lobby's kunnen worden afgepakt.
In de brave new world
die daarop volgt, wordt de vrijheid van de elites afgekocht met de toenemende
onderwerping van de massa's. De macht over de economie, en zo over de gehele
samenleving, ligt uitsluitend nog bij de kapitalisten. Als die in een goede bui
zijn, kan het meevallen voor de meerderheid; op andere dagen zullen we ons
moeten troosten met de wetenschap dat "onze economie groeit", en doen
alsof dat over onszelf gaat en dat wij daar baat bij hebben.
Het radicalisme waarmee men deze totale
machtsverschuiving bepleit moet gecounterd worden door een even radicale
tegenmacht. Dit is geen staatsgreep, maar een 'samenlevings-greep' waarin een
kleine elite, met behulp van een totaal kromme logica, haar hand legt op wat
wij allen kunnen, mogen en willen zijn. Dat recht hebben ze niet en kunnen ze
nooit verwerven.
De vakbonden zijn het doelwit van dit
extremisme; het is aan hen om volle gas terug te slaan. Nu het overduidelijk is
dat twee Vlaamse partijen in dit land de vakbonden willen platwalsen, kunnen de
vakbonden hun leden daarover informeren. Nu is het moment voor de vakbonden om
aan hun leden uit te leggen dat je aan de éne kant niet van je vakbond kan
verwachten dat die je belangen verdedigt en je arbeidsproblemen oplost, en aan
de andere kant vrij bent om te stemmen op partijen die precies je
belangenverdedigers willen liquideren. Een duidelijke stemoproep moet daarvan
het gevolg zijn.
Voor de vakbonden wordt dit stilaan een
strijd op leven en dood, en de verkiezingen waarin over dit soort zaken zal
beslist worden, liggen minder dan een jaar van ons. Het is dus tijd. Vakbonden:
sta nu eindelijk eens op.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op DeWereldMorgen (http://www.dewereldmorgen.be/)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten