Door Daniel Tanuro
De groei komt weer op de proppen in het
politieke discours. Het Europees Vakverbond (EVV) heeft er het al een paar jaar
over. François Hollande heeft er een belangrijk thema van van gemaakt in zijn
verkiezingscampagne. De sociaaldemokraten vragen het in alle landen, meer
bepaald in Duitsland. Rechts schaart zich er ook achter, meer bepaald bij monde
van Mario Draghi- de voorzitter van de Europese Centrale Bank- en van Herman
Van Rompuy- voorzitter van de Raad. Zelfs Angela Merkel bewijst er lippendienst
aan door te stellen dat besparingen alleen niet
volstaan, en dat de groei moet geherlanceerd worden.
Het EVV doet er verkeerd aan zich te
verblijden met deze ontwikkelingen (1) : het is een relance in het kader van
neoliberale besparingen waarover het gaat. Beperkt door de omvang van de
tekorten en onderworpen aan de wet van de winst, zal deze zeer hypothetische
relance de massale werkloosheid niet doen verdwijnen. Ze zal als voorwendsel
dienen voor nieuwe antisociale en antidemocratische aanvallen, en zal de
ecologische crisis nog doen verergeren.
In plaats van zich illusies te maken in de
aangekondigde effecten van deze (miniscule) verandering in de continuiteit,
moet men er eerder een aanmoediging in zien om de strijd te verhevigen en
krachtsverhoudingen op te bouwen met het oog op een alternatief die naam
waardig: een ander sociaal en ecologisch ontwikkelingsmodel dat niet gebaseerd
is op de groei maar op de verdeling van de arbeid en de rijkdom, met respect
voor de limieten van het milieu.
“Er bestaat vandaag meer en meer een
duidelijke concensus over het feit dat men meer moet doen om groei te creëren
en jobs bij te creëren, in de context van budgettaire en structurele
hervormingen die men in Europa aanhangt”. Deze verklaring van President Obama
op de recente top van de G8 toont duidelijk de beperkingen aan van het
schimmenspel rond de relance. De kern van het probleem is eigenlijk de diepe
impasse waarin het kapitalistische wereldsysteem voortploetert. Deze impasse
kan schematisch voorgesteld worden door een eenvoudige formule: enerzijds is
het onmogelijk om terug te keren naar het keynesiaanse model van de Dertig
Gouden jaren (gezien de massale schulden zou dit een radikale verdeling van de
rijkdommen noodzakelijk maken); anderzijds kan ook het neoliberale model, dat
zijn kans schoon zag de winsten spectaculair te herstellen en in 2008 ontspoorde,
niet terug op het spoor gezet worden (omdat de hoogte van de schuldengraad niet
langer toestaat om op kunstmatige
markten aan kapitaal te geraken).
Er moet dus een derde model zijn, maar er
is er geen, omdat het kapitalisme enkel maar kan bestaan onder deze twee
varianten: ofwel de regulering, ofwel wat Michel Husson zeer treffend het “pure
kapitalisme” heeft genoemd.(2).
Daarom hebben de heersende klassen, en
zeker de Europese, geen enkel andere oplossing dan de neoliberale vlucht
vooruit: de onverbiddelijke afbraak van wat er rest van de “verzorgingsstaat”,
wat op zijn beurt, gezien het sociale verzet, op zijn beurt een snelle
verglijding noodzakelijk maakt naar een semi-despotisch politiek regime.
Het is enkel in de mate dat dit omvangrijk
offensief van sociale en democratische achteruitgang de gehoopte resultaten
oplevert dat er budgettaire ruimte beschikbaar zal komen voor de zogenaamde
“groeipolitiek”.
Het is dat wat Obama wil zeggen als hij
benadrukt dat deze politiek gevoerd moet worden “in een context van budgettaire
en structurele hervormingen”. De uitspraken van Mario Draghi maken duidelijker
waarom het gaat : hervorming van de arbeidsmarkt, vermindering van de
“loonkost”, toenemende flexibiliteit en onzekerheid, verlenging van de
beroepscarrière...
Marges? Welke marges?
Het zou misdadig zijn zich hierin te
vergissen: het is een oorlog die verder wordt gezet. Een meedogenloze
klassenoorlog, zoals de Amerikaanse miljardair Warren Buffet hem omschreef. En
hij is nog niet gedaan. Gezien de enorme privéschulden die omgezet werden in
openbare schulden, gezien hetgeweld waarmee de wereld van de arbeid in het nauw
wordt gedreven en gezien de diepe crises van het politiek regime die in het ene
land na het andere verschijnen, kunnen de beschikbare budgettaire marges voor
de relance enkel maar zeer beperkt zijn. In de veronderstelling dat Duitsland
akkoord zou gaan (wat zeer verbazend zou zijn) om de schulden onderling te
spreiden door het mechanisme van euro-obligaties, zouden deze euro-obligaties
nog niet veel manoeuvreerruimte met zich meebrengen. Zij zouden immers de
financieringskosten van de “gezonde” landen van Noord-Europa de hoogte in jagen terwijl zij die van de “zieke” landen
in het zuiden van het continent zouden verlichten. Nog een poging? De tekorten
uit de pan laten swingen? De inflatie laten oplopen? De “markten” verzetten
zich hiertegen, en ze hebben de middelen om hun wil op te dringen.
En het “obligatieproject” waarmee de Europese Commissie transeuropese
projecten wil financieren in transport, energie en innovatie? Het bedrag zal
maar 230 miljard euro's bedragen. De herkapitalisering van de Europese
Investeringsbank (EIB)? Dat zal niet meer dan 10 miljard € bedragen...
Bedragen van die orde volstaan totaal niet
om een uitgebreid openbaar
investeringsplan te financieren dat eraan zou kunnen bijdragen de
massale structurele werkloosheid ten gronde aan te pakken.
Vergeet die andere crisis niet!
In deze context heeft links de neiging de
ecologische crisis een beetje te vergeten. Gezien de sociale
noodwendigheid is dit wel te verstaan, maar toch is het een ernstige
vergissing. Het gaat er eigenlijk om om de ecologische dwang niet uit het oog
te verliezen die een belangrijke en radikaal nieuwe factor in de sociale
situatie schept.
Een
factor waar we niet omheen kunnen: een sociale en economische strategie die ter
zelfdertijd geen uitweg biedt voor de milieuvernietiging zal de uitgebuitenen
zonder meer met bijkomende problemen en lijden confronteren.
Waar gaat het over? In de eerste plaats de
zeer nauwe band tussen klimaat en energie. We herhalen hier kort de gegevens
uit de rapporten van de Intergouvernementele Expertengroep over de Evolutie van
het Klimaat (IPCC).
Om 50% kans te hebben om niet te ver boven
2°C temperatuursverhoging van de aarde te komen, komt het er op neer om
gelijktijdig aan de volgende voorwaarden te voldoen:
- De uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 50 tot 85% verminderen;
- Deze vermindering ten laatste tegen 2015 aanvatten;
- In vergelijking met 1990 de absolute uitstoot van broeikasgassen van de ontwikkelde landen met 80 tot 95% verminderen, met een tussenstap van 25 tot 40% tegen 2020;
- De relatieve uitstoot van de ontwikkelingslanden met 15 tot 30% verminderen (in vergelijking met “business as usual” projecties).
Om de kijken wat dit betekent moeten drie
elementen in rekening gebracht worden: 1) koolzuurgas (CO2) is het
belangrijkste broeikasgas; 2) dit CO2 is het onvermijdelijke product van het
verbranden van koolstofbrandstoffen, meer bepaald fossiele brandstoffen; 3)
deze koolstofbrandstoffen dekken 80% van de energiebehoeften van de mensheid.
Daarom, als we een onomkeerbare
klimaatsverandering willen vermijden, kan dit enkel door een versnelde “phasing
out” van steenkool, aardgas en petroleum.
Dit vereist niet enkel een formidabele
omschakeling op wereldvlak in de richting van hernieuwbare energie, maar ook de
omschakeling van de petrochemische industrie, want die is gebaseerd op
petroleum als basisgrondstof. Het technisch potentieel van hernieuwbare energie
is ruim voldoende om deze energetische omslag te lukken, maar hun economisch
potentieel (hun competitiviteit in vergelijking met fossiele energiebronnen) is
en blijft blijkbaar onvoldoende gedurende twee tot drie decennia. Komt daar nog
bij dat deze overgang gigantische investeringen vereist in een nieuw
gedecentraliseerd energiesysteem, deze investeringen ook energie vereisen, en
deze energie, in het begin van de overschakelinghoofdzakelijk uit fossiele
energie bestaat , dus een bron van bijkomende uitstoot van broeikasgassen...
Relance...van de ecologische afbraak
Conclusie: het groene kapitalisme is even
illusoir als het sociale kapitalisme, en de combinatie van de twee is gewoonweg
wishful thinking. Gezien het gebod van de competitiviteit, in een context van
concurrentie, houdt de relance van de groei niet alleen een drastische klemtoon
in op het neoliberaal besparingsoffensief en een hiermee samengaande
achteruitgang van de democratische rechten, maar ook een heuse ecologische en
sociale catastrofe van zulk een omvang dat het moeilijk is er de contouren
ervan te schetsen.
Het komt er hier niet op aan om de dag des
oordeels aan te kondigen, maar om de impact van de projecties, opgesteld op
basis van klimatologische modellen, ernstig te nemen. Er moet benadrukt worden
dat ze niet steeds met de realiteit van de waargenomen fenomenen overeenkomen.
De realiteit blijkt dikwijls nog erger.
Op basis van de actuele verbintenissen door
de regeringen (maar zijn die nageleefd?), kan men een temperatuursverhoging met
3,5 tot 4°C vooropstellen in de twintig jaren die voor ons liggen, en dit in
vergelijking met het pre-industriële tijdperk. Dat doet vrezen voor een
stijging van het niveau van de oceanen met een meter of meer zal stijgen op het
einde van de eeuw, voor een drastische achteruitgang van de toegang tot zoet
water komt(wat nu al ongeveer één miljard mensen treft), voor meer extreme
weerfenomenen, een groot verlies aan landbouwproductie op wereldschaal en een
stijgende afname aan biodiversiteit.
Meer dan een miljard mensen zullen
geconfronteerd worden met een verharding van hun levensomstandigheden, vele
miljoenen worden bedreigd in hun bestaan zelf. De overgrote meerderheid van
deze slachtoffers zullen -en zijn reeds- armen in arme landen...die geen of
weinig verantwoordelijkheid dragen voor de klimaatsverandering.
Een ander ontwikkelingsmodel
De idee dat zelfs een gedeeltelijke
oplossing van de sociale en ecologische problemen zou resulteren in een
heropleving van de groei moet dus opgegeven worden.
Het tegenovergestelde is waar. Meer
bepaald, de plaag van de permanente massawerkloosheid -24 miljoen zonder werk
in de EU! -is op geen enkel vlak het resultaat van een gebrek aan economische
groei: zij is het resultaat van de neoliberale politiek die wil dat de
opbrengsten van de productiviteit worden gebruikt om de winst van de
aandeelhouders aan te dikken , en niet om de arbeidsduur te verkorten.
Wat de energetische omschakeling betreft,
zal deze niet voortvloeien uit de groene kapitalistische mythe - noodzakelijkerwijs
neoliberaal - maar enkel door een voluntaristisch openbaar investeringsplan in
energie-efficiëntie en in hernieuwbare bronnen.
Maar, in de door het IPCC voorgeschreven
tijdslimieten, is zulk plan niet op een serieuze manier voor te stellen zonder
een opheffing van de onrechtmatige schuld en het in openbare handen brengen van
de financiële sector en de energiesector, door nationalisaties zonder
schadeloosstelling van de grote aandeelhouders.
We moeten dus breken met het
neoliberalisme... het enige werkelijk bestaande kapitalisme vandaag. Wat
vandaag op de dagorde staat, en een
perspectief kan bieden aan de strijd, is de uitwerking van een totaal
verschillend ontwikkelingsmodel op Europese schaal. Een
ecosocialistisch model. Dat houdt in, om het bij voorbeeld van de strijd tegen de werkloosheid
te blijven, dat we als vertrekpunt durven stellen dat het scheppen van werk
moet gebeuren via een radikale inkomensherverdeling, en niet door de groei. Dus
door een confrontatie met het kapitaal, en niet via haar “relance”.
Op het milieuvlak, zal dit
ontwikkelingsmodel moeten bestaan uit de herverdeling van de rijkdom, niet door
haar toename, tenminste in de ontwikkelde landen . We moeten zelfs verder gaan
en het woord “ontgroeien” in de mond durven nemen. Uiteraard niet op een
politiek-filosofische manier, zoals
sommigen doen, maar in de letterlijk zin van het woord. Eigenlijk, met de redenen
die hierboven zijn aangehaald, is de “phasing out” van fossiele brandstoffen in
twee generaties niet realiseerbaar in onze landen zonder een vermindering van
de materiële productie en van het transport. Wat zeker meebrengt dat we
politieke keuzes moeten maken zoals de opheffing van de productie van nutteloze
en schadelijke producten, een ruime herlocalisatie van de economie, de overgang
naar een meer lokale biologische landbouw, enz.
Het is de combinatie van de ecologische en
de sociale crisis die aan de crisis van het kapitalisme vandaag een dimensie
van een algehele systeem- en beschavingscrisis geeft die historisch totaal
zonder weerga is. Links moet , in de uitwerking van alternatieven, aan de kop
staan in deze uitdaging.
Noten:
1) In een persbericht van 30 april 2012 schreef het EVV, naar aanleiding van de stellingname van de voorzitter van de Europese Centrale Bank :” Door dit voorstel te doen, staat Mario Draghi achter het uitgangspunt dat sinds lang door het EVV wordt verdedigd: besparing is een straatje zonder einde en de gezondmaking van de openbare financiën kan niet gerealiseerd worden dan door een relance van de economie en door werkgelegenheid.”
2) Michel Husson, Un pur capitalisme, Ed. Page Deux, Lausanne, 2008.
In het hierboven geciteerd communiqué zegt het EVV “ten gronde niet akkoord te gaan met het idee dat door de ECB wordt verdedigd om de groei te baseren op de hervormingen van de arbeidsmarkt: door dalende lonen en evenmin door onzekere arbeid zal de economische relance tot stand komen”. Maar, in plaats van er antikapitalistische conclusies uit te trekken, wil het EVV geloven in de mogelijkheid van een relance “gebaseerd op goede lonen, de sociale dialoog en de bevordering van het Europese sociale model.” Dat is pas illusies koesteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten