21 juli 2012

Tegen de aanvallen op de index, nood aan een nieuwe koers!


Door Guy Van Sinoy

Sinds de Spaanse voetbalploeg Euro 2012 heeft gewonnen, leeft mijn Spaanse buurman op een wolkje. Niet alleen doet hij zijn rood-gouden sjaal niet meer af, meer nog , hij bekijkt de actualiteit doorheen een Spaanse voetbalploegbril. Deze morgen bladerde hij door zijn krant terwijl hij aan zijn café con leche slurpte op het terras van de bar hier om de hoek, en wierp hij mij toe: Dus als de vakbonden over de index gaan onderhandelen doen ze er goed aan enkele Iniestas en enkele Fabregas in hun ploeg te hebben, zo niet gaan de vakbonden 4 doelpunten incasseren zoals de Italiaanse ploeg!

 Een defensieve taktiek leidt tot nederlagen
Helemaal gelijk heeft mijn Spaanse buur niet. Want in vakbondsonderhandelingen is het niet van belang vedetten te hebben. Maar hij heeft ook niet helemaal ongelijk. Want zowel in voetbal als in vakbondsonderhandelingen,  moet men een aanvallende taktiek hebbenals men wil winnen. Als je defensief speelt, of het nu in voetbal of in onderhandelingen is, dan stel je je enkel tot doel de schade zoveel mogelijk te beperken. Niet om te winnen. Je gaat dan naar huis, verslagen met een score van 1-0 of 2-0, en zegt dat je erger hebt vermeden, m.a.w., je hebt niet met 4-0 of 5-0 verloren.
Dat is wat gebeurde met het laatste interprofessioneel akkoord (IPA) van 2011-2012, waar de patroons naar de onderhandelingen zijn gekomen met hun eigen eisenbundel, en waar de vakbonden verslagen zijn door zich terug te trekken in een poging de schade te beperken. Het resultaat: het ontwerpakkoord resulteerde in een loonsverhoging van 0,3% (op 2 jaar!), oftewel: bijna niets. Kortom, het was 4-0. Het ACV heeft getekend (ondanks verzet van de bediendencentrales CNE en LBC) terwijl het ABVV en het ACLVB het IPA verwierpen. Maar ondertussen wordt het akkoord in zijn geheel opgelegd aan de werknemers in de privésector.

De loonnorm: vuil spel!
Laten we van deze kleine herinnering aan het lamentabele IPA 2011-2012 profiteren om een lans te breken tegen deze fameuze loonnorm.
De huidige procedure die moet uitmonden op de vastlegging van de loonnorm voorziet dat de Centrale Raad voor het bedrijfsleven elke twee jaar in de herfst, voor het begin van de onderhandelingen met het oog op een nieuw IPA, een technisch rapport opstelt over de maximale beschikbare marges i.v.m. de evolutie van de loonkost in nominale begrippen, en dit op basis van de verwachte evolutie in de referentiebuurlanden, dus Duitsland, Frankrijk en Nederland. Op basis van dit technisch rapport komen de sociale onderhandelaars een loonnorm overeen, in het kader van het IPA, die de maximale marges vastlegt voor de evolutie van de loonkost.
De marge omvat altijd op zijn minst de index en de baremieke verhogingen. De som van de indexatie, de baremieke verhogingen en de onderhandelde loonsverhogingen op verschillende niveaus, mag de maximale marge voor de “gemiddelde” loonkost niet overschrijden in nominale termen per uitbetaalde werknemer in fulltime equivalent, in overeenstemming met de evolutie van conventionele arbeidsduur. De eerbiediging voor de marge komt op die manier tot stand op basis van een berekening van de loonkost per gepresteerd uur. Wat dus meetelt is het bruto loon.
Maar verdorie: het is enkel het bruto loon dat meetelt voor de loonkost. Daarnaast is er ook de patronale sociale bijdrage! Daarom dat wanneer een werkgever een loontrekkende aanneemt, hij steeds het volgende stelt: « Dat kost me zoveel: bruto loon + sociale lasten ». Maar al jaren stopt de Belgische regering niet met de patronale sociale bijdragen te verlagen (meer dan 10 miljard per jaar!). Deze patronale bijdrageverminderingen aan de sociale zekerheid (in patronale taal « sociale lasten » genoemd) zijn niet enkel pure diefstal, maar zij tellen ook niet mee in de berekening van de loonnorm en betekenen dus gewoonweg een kunstgreep van deze norm!

Di Rupo wil de syndikale leiding paaien
Op dit moment consulteert Di Rupo de sociale partners om een relanceplan voor te bereiden. Hij wil in ruil voor het in de economie pompen van enkele honderden miljoenen euro's het engagement van de syndikale leidingen zich een low profile aan te meten tijdens de onderhandelingen voor een volgend IPA. Onderhandelingen die van start gaan op het einde van de herfst 2012. Voor alle syndicale afgevaardigden en militanten die een beetje nadenken, gaat nu een oranje knipperlicht aan.
Te meer daar de eerste stellingnames van het ABVV en het ACV eerder lauw zijn. Eigenlijk stellen de twee grote vakbonden dat het plan van de regering zich zou moeten baseren op de volgende krachtlijnen: versterking van de koopkracht (automatische loonsindexering, welzijnskoppeling van de sociale uitkeringen, een striktere controle van de evolutie van de prijzen);een rechtvaardiger fiscaliteit; een echte werkgelegenheidspolitiek, met kwaliteitsjobs en betere jobkansen, meer bepaald voor oudere werknemers; werkervaringsgarantie en vorming voor niet gekwalificeerde jongeren, met het perspectief op een duurzame job in het vooruitzicht; geen verlenging of flexibilisering van de arbeidstijd; strategische openbare investeringen (hernieuwbare energie, mobiliteit, diensten); beter bestemming van openbare middelen; structurele verbetering van de competitiviteit (innovatie, onderzoek & ontwikkeling, vorming).
Dit is een defensieve houding want men stelt zich tevreden met te stellen dat de aanvallen tegen de loontrekkenden niet verder mogen gaan, maar er is niet de minste eis om wat verloren ging, terug te nemen.
De liberale vakbond denkt wat haar betreft, dat men beter een klimaat van vertrouwen zou scheppen en jobs zou creëren, met een echte sociale visie. Zij zeggen dit zonder te lachen! Voor het ACLVB zijn de twee prioriteiten:de binnenlandse vraag stimuleren (behoud van de index, verhoging van het minimumloon, energiebesparing) en het herstel van de competitiviteit van de bedrijven (door vorming en innovatie te stimuleren).
Bemerk goed dat geen enkele van de drie vakbonden de verhoging van de lonen eist (wat logisch zou zijn als men de koopkracht wil verhogen). Het ACV en het ABVV beperken zich er toe om een opwaardering van de sociale uitkeringen te vragen (welzijnskoppeling). Het ACLVB beperkt zich tot de vraag het minimumloon te verhogen. Terwijl de onderhandelingen nog niet zijn begonnen, hebben de syndikale leidingen al een laag profiel aangenomen. Eerlijk gezegd, als men zich beperkt tot een opwaardering van de sociale uitkeringen en het minimumloon, dan zullen de lage inkomens zeker iets verbeteren: ze zullen van de Lidl naar de Aldi kunnen gaan (of omgekeerd!). Maar dit staat mijlenver af van het ambitieuze project voor economische relance.

Een nieuw offensief tegen de index
Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) heeft van zijn kant kleur bekend :de concurrentiepositie van de ondernemingen versterken (de loonkost en de energiekost beteugelen, modernisering van het recht op arbeid, vermindering van administratieve formaliteiten) en inovatiecapaciteit, competenties en internationaal ondernemerschap verhogen. Vertaald in gewone mensentaal: de lonen blokkeren, bekomen van nieuwe sociale bijdrageverminderingen, nog meer ontmantelen van de arbeidsreglementering om de flexibiliteit te laten toenemen, nieuwe fiscale geschenken aan de patroons.
En net dit moment kiest Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank (oud-medewerker van het IMF en liberaal ex-senator, en kabinetschef onder Guy Verhofstadt) uit om een nieuwe studie te presenteren over een hervorming van de index met meerdere mogelijke scenario's: berekening van de index in centen in plaats va, procenten, afschaffing van de indexering voor de hoogste lonen, een aantal levensnoodzakelijke producten uit de indexkorf lichten (stookolie, gas, electriciteit).
We herinneren er aan dat de huidige index al onderhevig is geweest aan een reeks schandalige prutserijen. In de jaren '80, onder de regering Martens-Gol (CVP-PVV), hebben we twee indexsprongen gehad (die we vandaag nog steeds betalen). In 1994 werd de gezondheidsindex ingevoerd (neutralisering van de prijs van alcohol, tabak, benzine, diesel), alsook de afgevlakte index (het gemiddelde van de gezondheidsindex van de vier afgelopen maanden) om op die manier de aanpassing van de lonen en de uitkeringen aan de levensduurte uit te stellen.
Men moet er rekening mee houden dat in de huidige sociale omstandigheden (een bijna volledige blokkering van de lonen door het laatste IPA, flexibiliteit en groeiende onzekerheid  van de verloningsvoorwaarden, massale werkloosheid, toenemende achteruitgang van de werkloosheidsvergoedingen, te lage wettelijke pensioenen), in het geval van een nieuwe aantasting van de index de meeste zwakke uitkeringen deze keer van de Lidl of de Aldi bijna rechtstreeks naar de voedselbank zullen moeten gaan!
In de schoot van de regering Di Rupo zijn de meningen over de index op dit moment verdeeld. Het meest agressief is Open VLD. De partij die het meest er tegen gekant is, in woorden toch, dat men aan de index raakt is de PS. Zij weet immers zeer goed dat de index een sociale verworvenheid is waar een belangrijk deel van haar electoraat aan gehecht blijft. De omvang van de verkiezingsnederlaag van PASOK in Griekenland heeft wel degelijk indruk gemaakt op de hoofdkwartieren van de sociaaldemokraten in Europa...
Maar de burgerij houdt zich niet bezig met de electorale geestestoestand van de PS. Zij is  vastbesloten om een einde te stellen aan de index, die ze als een Belgische anomalie beschouwt in vergelijking met andere Europese landen (Luxemburg terzijde gelaten waar de index ook nog bestaat).

Gerichte vergelijkingen
Merken we op dat de burgerij zeer nauwgezet de thema's uitkiest alvorens zij de bestaande situatie in België vergelijkt met die van andere landen. Zij wijst de index met de vinger, maar zwijgt in alle talen over  andere materies die trouwens ten zeerste aan te bevelen zijn om te vergelijken.
De wettelijk pensioenleeftijd bijvoorbeeld ligt in België op 65 jaar voor mannen en vrouwen (vroeger lag die op 60 jaar voor de vrouwen), terwijl de pensioenleeftijd in Frankrijk op 60 jaar lag en stelselmatig verhoogd zal worden tot 62 jaar als gevolg van de contra-hervormingen die door Sarkozy werden ingevoerd.
Een vermogensbelasting bestaat niet in België, terwijl die wel wordt toegepast bij onze Franse buren. De belastingscontrole in België botst vaak op het bankgeheim, terwijl in Frankrijk de belastingscontroleurs toegang hebben tot bankgegevens van de belastingsplichtigen. Noteer ook dat in België, bij een ten onrechte ontslagen vakbondsafgevaardigde, de rechtbanken nooit de herintegratie opleggen, terwijl dit in Frankrijk wel de regel is.
Vergelijkbare zaken selectief  uitkiezen om de publieke opinie te beïnvloeden en te manipuleren is blijkbaar een systematisch gebruikte methode door de patronale studiebureaus.

ACV: voorstander van een daling van de patronale sociale bijdragen
Op 26 juni verspreidde het ACV, als reactie op de verklaringen van Luc Coene, een verklaring waarin zij zeer terecht stelt tegen elke aantasting van de indexering van lonen en sociale uitkeringen te zijn.
Maar men wordt stil als men de volgende argumentatie leest: Er bestaat een zeer goede oplossing om de competitiviteit van gevoelige sectoren te verbeteren tov de concurrentie: op een doeltreffende en billijke de sociale lasten verminderen, door het verlies aan inkomsten te compenseren door meer rechtvaardige bijdrage op de andere groepen van inkomens. Eigenlijk zijn het niet de lonen die te hoog zijn maar het zijn de loonlasten en dat komt omdat andere inkomsten niet op een correcte manier bijdragen. Het ACV pleit dus niet voor een verhoging maar wel voor een meer rechtvaardige verdeling van de fiscale lasten. Het ACV verwijst opnieuw naar de relancevoorstellen die het begin van de week heeft geformuleerd.
Anders gezegd, het ACV spreekt zich uit voor een vermindering van de patronale sociale bijdragen aan de sociale zekerheid, en dit door de verwarring tussen belastingen en sociale uitkeringen volledig te behouden. Maar de bijdragen aan de sociale zekerheid zijn indirect loon. Trouwens, het beheer van de kassen van de sociale zekerheid zouxclusief in de handen moeten zijn van de werknemers en hun organisaties (vakbonden, mutualiteiten) en niet het voorwerp uitmaken van een tripartite beheer (werkgevers, regeringen, vakbonden).
De houding van het ACV is onaanvaardbaar: ze leidt immers regelrecht naar het leegmaken van de kassen van de sociale zekerheid en verschuift het indirect loon naar de belastingbetalers, t.t.z. naar de werkende klasse. De inkomsten van loontrekkenden worden belast tot de laatste cent, terwijl zelfstandigen en bedrijven enkel belast worden op hun aangegeven inkomsten.

ABVV: Hoe de competitiviteit verbeteren?
Gelukkig heeft het ABVV niet dezelfde positie ingenomen als het ACV wat betreft de sociale bijdrageverminderingen aan de sociale zekerheid. Maar net zoals het ACV zinkt het ABVV weg in het moerassige terrein van de competitiviteit. Het is een moerassig terrein omdat de competitiviteit verdedigen, de dood betekent van de collectieve verdediging van de werknemers en van de arbeidswetgeving.
Heel de strijd van de arbeidersbeweging, sinds het begin van het kapitalisme, bestaat uit een strijd voor de onttrekking van de verkoop van de arbeidskracht (de lonen) aan de wetten van de kapitalistische jungle, en aan de marktwetten die er er voor zorgen dat de werknemers tegen elkaar worden opgezet, door de concurrentie tussen de loontrekkenden te laten spelen en zo de lonen naar beneden te trekken.
Proberen de kapitalistische economie te herlanceren door de competitiviteit te verbeteren komt voor een vakbondsorganisatie neer kwakzalver te spelen om te proberen een ziek kapitalisme weer vlot te trekken. Dit is een zelfmoordpoging op het vlak van syndicale strategie.
De aanvaarding van de loonnorm tijdens de voorbije interprofessionele akkoorden heeft dit voldoende aangetoond. In plaats van een springplank te zijn voor sociale vooruitgang, is het IPA omgevormd in een keurslijf voor de sterke syndicale sectoren.
De vinger in het raderwerk van de competitiviteit steken is op termijn aanvaarden dat de lonen en arbeidsomstandigheden op de minst voordelige situatie worden gelijkgesteld. Het is niet onmogelijk dat het VBO een dezer de competitiviteit inroept om het einde van het interprofessioneel minimumloon te bepleiten want dit bestaat niet in Duitsland b.v.

Nood aan een nieuwe koers!
De grote zwakheid vandaag van de syndicale beweging in België komt niet door een gebrek aan gekwalificeerde technici (economisten, statistici, juristen, enz.). Haat grote zwakte is dat zij geen ideologisch kompas heeft en haar karretje aanhaakt aan de burgerlijke economische parameters.
Na de Eerste Wereldoorlog, toen de Belgische bourgeoisie instemde met de achturendag zonder loonsverlies op weekvlak, stelde niemand in de vakbonden zich de vraag te weten of dit competitief was. Geconfronteerd met de omverwerping van het kapitalistisch regime in Rusland en de onstuimige opgang van de revolutie in Duitsland, wou de burgerij het belangrijkste redden: haar politieke hegemonie in West Europa behouden, zelfs ten koste van (in haar ogen) buitensporige toegevingen: achturendag, algemeen stemrecht, schrapping van artikels in het strafwetboek die stakingen criminaliseerden, indexering van lonen en uitkeringen.
In juni 1936, toen de arbeiders in Frankrijk en België, door staking, het recht op betaalde veakntie afdwongen, was er niemand die zich de vraag stelde of dit competitief was. Uiteraard konden de patroons toen  zich niet inbeelden dat men werknemers moest gaan betalen die niet werkten, zelfs gedurende een week. Maar tijdens al deze grote gevechten, waarin de vakbeweging belangrijke overwinningen behaalde, was de krachtsverhouding tussen de sociale klassen beslissend. Niet de competitiviteit noch de relance van de economie, noch eender welk ander kapitalistisch lokmiddel.
Ja maar, dit gaat de patroons niet behagen, gaan sommigen zeggen, en trouwens zij zijn er niet mee akkoord. Natuurlijk, geen enkele baas zal met plezier antikapitalistische maatregelen aanvaarden, enkel een doortastende strijd met concrete doelstellingen die beantwoorden aan de onmiddellijke objectieve noden van de werkenden, zal de bourgeoisie dwingen tot toegevingen. Bijvoorbeeld rond de eis van arbeidsduurvermindering tot 32 uur zonder loonverlies en met verplichte compenserende aanwervingen om zo de werkloosheid aan te pakken...
De wereld van de arbeid heeft vandaag nood aan een kompas, een programma met antikapitalistische hervormingen zoals dat door het ABVV werd aangenomen in de jaren '50.
Een actueel programma, aangevuld met ecologische, democratische, feministische en antiracistische eisen. Dit is niet enkel nodig voor de werkende bevolking, de loontrekkenden, maar eveneens voor het behoud van de planeet. Wat dit betreft illustreren de woedende reacties van Electrabel op de sluiting van de kerncentrales de actualiteit van bepaalde eisen uit het programma van het ABVV van de jaren '50: de nationalisering zonder schadeloosstelling van de productie en distributie van energie.
Op dit moment zijn we zover nog niet, en de agentschappen van de burgerij die de index verwensen zetten banderilla's (de pinnen van de toreador) zoals mijn Spaanse vriend zegt als hij niet over voetbal spreekt.
Maar de ideologische herbewapening rond een antikapitalistisch programma is onontbeerlijk. Zonder dit programma riskeert de vakbeweging, die in ons land nog steeds heel wat leden heeft, en die nog steeds een dam opwerpt tegen de kapitalistische barbarij, af te glijden tot  louter dienstbetoon , nog juist goed om pleisters te verdelen om de slachtoffers van de winsthonger te verzorgen.

Vooruit met de relance… van de sociale en ecologische afbraak!

Door Daniel Tanuro

De groei komt weer op de proppen in het politieke discours. Het Europees Vakverbond (EVV) heeft er het al een paar jaar over. François Hollande heeft er een belangrijk thema van van gemaakt in zijn verkiezingscampagne. De sociaaldemokraten vragen het in alle landen, meer bepaald in Duitsland. Rechts schaart zich er ook achter, meer bepaald bij monde van Mario Draghi- de voorzitter van de Europese Centrale Bank- en van Herman Van Rompuy- voorzitter van de Raad. Zelfs Angela Merkel bewijst er lippendienst aan door te stellen dat besparingen alleen niet volstaan, en dat de groei moet geherlanceerd worden.
“In een context van hervormingen”
Het EVV doet er verkeerd aan zich te verblijden met deze ontwikkelingen (1) : het is een relance in het kader van neoliberale besparingen waarover het gaat. Beperkt door de omvang van de tekorten en onderworpen aan de wet van de winst, zal deze zeer hypothetische relance de massale werkloosheid niet doen verdwijnen. Ze zal als voorwendsel dienen voor nieuwe antisociale en antidemocratische aanvallen, en zal de ecologische crisis nog doen verergeren.
In plaats van zich illusies te maken in de aangekondigde effecten van deze (miniscule) verandering in de continuiteit, moet men er eerder een aanmoediging in zien om de strijd te verhevigen en krachtsverhoudingen op te bouwen met het oog op een alternatief die naam waardig: een ander sociaal en ecologisch ontwikkelingsmodel dat niet gebaseerd is op de groei maar op de verdeling van de arbeid en de rijkdom, met respect voor de limieten van het milieu.
 “Er bestaat vandaag meer en meer een duidelijke concensus over het feit dat men meer moet doen om groei te creëren en jobs bij te creëren, in de context van budgettaire en structurele hervormingen die men in Europa aanhangt”. Deze verklaring van President Obama op de recente top van de G8 toont duidelijk de beperkingen aan van het schimmenspel rond de relance. De kern van het probleem is eigenlijk de diepe impasse waarin het kapitalistische wereldsysteem voortploetert. Deze impasse kan schematisch voorgesteld worden door een eenvoudige formule: enerzijds is het onmogelijk om terug te keren naar het keynesiaanse model van de Dertig Gouden jaren (gezien de massale schulden zou dit een radikale verdeling van de rijkdommen noodzakelijk maken); anderzijds kan ook het neoliberale model, dat zijn kans schoon zag de winsten spectaculair te herstellen en in 2008 ontspoorde, niet terug op het spoor gezet worden (omdat de hoogte van de schuldengraad niet langer toestaat om op  kunstmatige markten aan kapitaal te geraken).
Er moet dus een derde model zijn, maar er is er geen, omdat het kapitalisme enkel maar kan bestaan onder deze twee varianten: ofwel de regulering, ofwel wat Michel Husson zeer treffend het “pure kapitalisme” heeft genoemd.(2).
Daarom hebben de heersende klassen, en zeker de Europese, geen enkel andere oplossing dan de neoliberale vlucht vooruit: de onverbiddelijke afbraak van wat er rest van de “verzorgingsstaat”, wat op zijn beurt, gezien het sociale verzet, op zijn beurt een snelle verglijding noodzakelijk maakt naar een semi-despotisch politiek regime.
Het is enkel in de mate dat dit omvangrijk offensief van sociale en democratische achteruitgang de gehoopte resultaten oplevert dat er budgettaire ruimte beschikbaar zal komen voor de zogenaamde “groeipolitiek”.
Het is dat wat Obama wil zeggen als hij benadrukt dat deze politiek gevoerd moet worden “in een context van budgettaire en structurele hervormingen”. De uitspraken van Mario Draghi maken duidelijker waarom het gaat : hervorming van de arbeidsmarkt, vermindering van de “loonkost”, toenemende flexibiliteit en onzekerheid, verlenging van de beroepscarrière...

Marges? Welke marges?
Het zou misdadig zijn zich hierin te vergissen: het is een oorlog die verder wordt gezet. Een meedogenloze klassenoorlog, zoals de Amerikaanse miljardair Warren Buffet hem omschreef. En hij is nog niet gedaan. Gezien de enorme privéschulden die omgezet werden in openbare schulden, gezien hetgeweld waarmee de wereld van de arbeid in het nauw wordt gedreven en gezien de diepe crises van het politiek regime die in het ene land na het andere verschijnen, kunnen de beschikbare budgettaire marges voor de relance enkel maar zeer beperkt zijn. In de veronderstelling dat Duitsland akkoord zou gaan (wat zeer verbazend zou zijn) om de schulden onderling te spreiden door het mechanisme van euro-obligaties, zouden deze euro-obligaties nog niet veel manoeuvreerruimte met zich meebrengen. Zij zouden immers de financieringskosten van de “gezonde” landen van Noord-Europa de hoogte in  jagen terwijl zij die van de “zieke” landen in het zuiden van het continent zouden verlichten. Nog een poging? De tekorten uit de pan laten swingen? De inflatie laten oplopen? De “markten” verzetten zich hiertegen, en ze hebben de middelen om hun wil op te dringen.               
En het “obligatieproject” waarmee de Europese Commissie transeuropese projecten wil financieren in transport, energie en innovatie? Het bedrag zal maar 230 miljard euro's bedragen. De herkapitalisering van de Europese Investeringsbank (EIB)? Dat zal niet meer dan 10 miljard € bedragen...
Bedragen van die orde volstaan totaal niet om een uitgebreid openbaar  investeringsplan te financieren dat eraan zou kunnen bijdragen de massale structurele werkloosheid ten gronde aan te pakken.

Vergeet die andere crisis niet!
In deze context heeft links de neiging de ecologische crisis een beetje te vergeten. Gezien de sociale noodwendigheid is dit wel te verstaan, maar toch is het een ernstige vergissing. Het gaat er eigenlijk om om de ecologische dwang niet uit het oog te verliezen die een belangrijke en radikaal nieuwe factor in de sociale situatie schept.                                            
Een factor waar we niet omheen kunnen: een sociale en economische strategie die ter zelfdertijd geen uitweg biedt voor de milieuvernietiging zal de uitgebuitenen zonder meer met bijkomende problemen en lijden confronteren.
Waar gaat het over? In de eerste plaats de zeer nauwe band tussen klimaat en energie. We herhalen hier kort de gegevens uit de rapporten van de Intergouvernementele Expertengroep over de Evolutie van het Klimaat (IPCC).
Om 50% kans te hebben om niet te ver boven 2°C temperatuursverhoging van de aarde te komen, komt het er op neer om gelijktijdig aan de volgende voorwaarden te voldoen:
  • De uitstoot van broeikasgassen tegen 2050  met 50 tot 85% verminderen;
  • Deze vermindering ten laatste tegen 2015 aanvatten;
  • In vergelijking met 1990 de absolute uitstoot van broeikasgassen van de ontwikkelde landen met 80 tot 95% verminderen, met een tussenstap van 25 tot 40% tegen 2020;
  • De relatieve uitstoot van de ontwikkelingslanden met 15 tot 30% verminderen (in vergelijking met “business as usual” projecties).
Om de kijken wat dit betekent moeten drie elementen in rekening gebracht worden: 1) koolzuurgas (CO2) is het belangrijkste broeikasgas; 2) dit CO2 is het onvermijdelijke product van het verbranden van koolstofbrandstoffen, meer bepaald fossiele brandstoffen; 3) deze koolstofbrandstoffen dekken 80% van de energiebehoeften van de mensheid.
Daarom, als we een onomkeerbare klimaatsverandering willen vermijden, kan dit enkel door een versnelde “phasing out” van steenkool, aardgas en petroleum.                                                  
Dit vereist niet enkel een formidabele omschakeling op wereldvlak in de richting van hernieuwbare energie, maar ook de omschakeling van de petrochemische industrie, want die is gebaseerd op petroleum als basisgrondstof. Het technisch potentieel van hernieuwbare energie is ruim voldoende om deze energetische omslag te lukken, maar hun economisch potentieel (hun competitiviteit in vergelijking met fossiele energiebronnen) is en blijft blijkbaar onvoldoende gedurende twee tot drie decennia. Komt daar nog bij dat deze overgang gigantische investeringen vereist in een nieuw gedecentraliseerd energiesysteem, deze investeringen ook energie vereisen, en deze energie, in het begin van de overschakelinghoofdzakelijk uit fossiele energie bestaat , dus een bron van bijkomende uitstoot van broeikasgassen...

Relance...van de ecologische afbraak
Conclusie: het groene kapitalisme is even illusoir als het sociale kapitalisme, en de combinatie van de twee is gewoonweg wishful thinking. Gezien het gebod van de competitiviteit, in een context van concurrentie, houdt de relance van de groei niet alleen een drastische klemtoon in op het neoliberaal besparingsoffensief en een hiermee samengaande achteruitgang van de democratische rechten, maar ook een heuse ecologische en sociale catastrofe van zulk een omvang dat het moeilijk is er de contouren ervan te schetsen.
Het komt er hier niet op aan om de dag des oordeels aan te kondigen, maar om de impact van de projecties, opgesteld op basis van klimatologische modellen, ernstig te nemen. Er moet benadrukt worden dat ze niet steeds met de realiteit van de waargenomen fenomenen overeenkomen. De realiteit blijkt dikwijls nog erger.
Op basis van de actuele verbintenissen door de regeringen (maar zijn die nageleefd?), kan men een temperatuursverhoging met 3,5 tot 4°C vooropstellen in de twintig jaren die voor ons liggen, en dit in vergelijking met het pre-industriële tijdperk. Dat doet vrezen voor een stijging van het niveau van de oceanen met een meter of meer zal stijgen op het einde van de eeuw, voor een drastische achteruitgang van de toegang tot zoet water komt(wat nu al ongeveer één miljard mensen treft), voor meer extreme weerfenomenen, een groot verlies aan landbouwproductie op wereldschaal en een stijgende afname aan biodiversiteit.                           
Meer dan een miljard mensen zullen geconfronteerd worden met een verharding van hun levensomstandigheden, vele miljoenen worden bedreigd in hun bestaan zelf. De overgrote meerderheid van deze slachtoffers zullen -en zijn reeds- armen in arme landen...die geen of weinig verantwoordelijkheid dragen voor de klimaatsverandering.

Een ander ontwikkelingsmodel
De idee dat zelfs een gedeeltelijke oplossing van de sociale en ecologische problemen zou resulteren in een heropleving van de groei moet dus opgegeven worden.
Het tegenovergestelde is waar. Meer bepaald, de plaag van de permanente massawerkloosheid -24 miljoen zonder werk in de EU! -is op geen enkel vlak het resultaat van een gebrek aan economische groei: zij is het resultaat van de neoliberale politiek die wil dat de opbrengsten van de productiviteit worden gebruikt om de winst van de aandeelhouders aan te dikken , en niet om de arbeidsduur te verkorten.
Wat de energetische omschakeling betreft, zal deze niet voortvloeien uit de groene kapitalistische mythe - noodzakelijkerwijs neoliberaal - maar enkel door een voluntaristisch openbaar investeringsplan in energie-efficiëntie en in hernieuwbare bronnen.                                     
Maar, in de door het IPCC voorgeschreven tijdslimieten, is zulk plan niet op een serieuze manier voor te stellen zonder een opheffing van de onrechtmatige schuld en het in openbare handen brengen van de financiële sector en de energiesector, door nationalisaties zonder schadeloosstelling van de grote aandeelhouders.
We moeten dus breken met het neoliberalisme... het enige werkelijk bestaande kapitalisme vandaag. Wat vandaag op de dagorde staat, en  een perspectief kan bieden aan de strijd, is de uitwerking van een totaal verschillend ontwikkelingsmodel op Europese schaal. Een ecosocialistisch model. Dat houdt in, om het bij  voorbeeld van de strijd tegen de werkloosheid te blijven, dat we als vertrekpunt durven stellen dat het scheppen van werk moet gebeuren via een radikale inkomensherverdeling, en niet door de groei. Dus door een confrontatie met het kapitaal, en niet via haar “relance”.
Op het milieuvlak, zal dit ontwikkelingsmodel moeten bestaan uit de herverdeling van de rijkdom, niet door haar toename, tenminste in de ontwikkelde landen . We moeten zelfs verder gaan en het woord “ontgroeien” in de mond durven nemen. Uiteraard niet op een politiek-filosofische manier,  zoals sommigen doen, maar in de letterlijk zin van het woord. Eigenlijk, met de redenen die hierboven zijn aangehaald, is de “phasing out” van fossiele brandstoffen in twee generaties niet realiseerbaar in onze landen zonder een vermindering van de materiële productie en van het transport. Wat zeker meebrengt dat we politieke keuzes moeten maken zoals de opheffing van de productie van nutteloze en schadelijke producten, een ruime herlocalisatie van de economie, de overgang naar een meer lokale biologische landbouw, enz.
Het is de combinatie van de ecologische en de sociale crisis die aan de crisis van het kapitalisme vandaag een dimensie van een algehele systeem- en beschavingscrisis geeft die historisch totaal zonder weerga is. Links moet , in de uitwerking van alternatieven, aan de kop staan in deze uitdaging.


Noten:
1) In een persbericht van 30 april 2012 schreef het EVV, naar aanleiding van de stellingname van de voorzitter van de Europese Centrale Bank :” Door dit voorstel te doen, staat Mario Draghi achter het uitgangspunt dat sinds lang door het EVV wordt verdedigd: besparing is een straatje zonder einde en de gezondmaking van de openbare financiën kan niet gerealiseerd worden dan door een relance van de economie en door werkgelegenheid.”

2) Michel Husson, Un pur capitalisme, Ed. Page Deux, Lausanne, 2008.
In het hierboven geciteerd communiqué zegt het EVV “ten gronde niet akkoord te gaan met het idee dat door de ECB wordt verdedigd om de groei te baseren op de hervormingen van de arbeidsmarkt: door dalende lonen en evenmin door onzekere arbeid zal de economische relance tot stand komen”. Maar, in plaats van er antikapitalistische conclusies uit te trekken, wil het EVV geloven in de mogelijkheid van een relance “gebaseerd op goede lonen, de sociale dialoog en de bevordering van het Europese sociale model.” Dat is pas illusies koesteren.

12 juli 2012

Solidaridad - Solidariteit!


Na een mars van 400 km zijn de mijnwerkers uit het Noord-oosten van de Spaanse Staat gisteren in Madrid aangekomen. Ze werden door meer dan 100.000 mensen in stijl onthaald voor een indrukwekkende nachtelijke mars tot op de Puerta del Sol, het symbool van de beweging van de Indignados. Vandaag trokken ze, met de vastberadenheid die hun strijd al weken kenmerkt, naar het Ministerie van Industrie. De politie en de Guardia Civil treden op het moment dat we dit schrijven met harde hand op tegen de betogers...
 De mijnwerkers verdedigen hun tewerkstelling, die wordt opgeofferd op het zelfde moment dat de Spaanse regering, met de hulp van de EU, miljarden  euro's spendeert aan het redden van de banken. Vanuit België wil de SAP, samen met een reeks andere organisaties, haar solidariteit uitspreken. De gezamenlijke solidariteitsboodschap kan je hieronder lezen. De beweging van de mijnwerkers van Asturias is een voorbeeld voor het verzet van de werkende klasse tegen de besparingen in gans Europa. (SAP)
Solidariteit met de mijnwerkers van Asturias en Léon!
Sinds eind mei zijn de mijnwerkers uit Asturias en Léon, in de Spaanse Staat, op het oorlogspad. Ze zijn in actie tegen de maatregelen van de regering Rajoy die de subsidies aan de ontginning van steenkool opheffen. Dat betekent de sluiting van heel wat mijnen, met het onmiddellijk verdwijnen van 10.000 jobs tot gevolg. Dit raakt ongeveer 200.000 personen, en de ganse mijnstreken. Het hakken in de subsidies voor de mijnen, voor een bedrag van 200 miljoen euro, komt op het zelfde moment dat de staat 24 miljard veil heeft om de Spaanse bank Bankia te ondersteunen in het kader van het Europees «reddingsplan».

De mijnwerkers hebben de aanval op hun jobs beantwoordt met een beweging die exemplarisch is in haar strijdbaarheid en zelforganisatie: «staking tot de finish», met bezetting van de mijngangen en blokades van de belangrijke verkeersknooppunten in de streek. Een algemene staking in de sector op 18 juni was met een deelname van 100% een compleet succes. Opmerkelijk: de vrouwen spelen een belangrijke rol in al deze acties.

Het enige antwoord van de regering is een weigering om te onderhandelen en een woeste repressie door de politie en de Guardia Civil. Op 22 juni zijn  meer dan 200 mijnwerkers uit verschillende regio's vertrokken voor een mars op Madrid. De mars wordt overal massaal en warm onthaald door de bevolking.

Sinds lang vult het patronaat van de mijnsector haar zakken dankzij het zweet van de mijnwerkers, en dankzij overheidssteun. Ze doet dit zonder om te kijken naar het milieu of de gezondheid van de bevolking in de mijnregio's. De tewerkstelling in de sector wordt bedreigd door het snoeien in overheidssubsidies, een onderdeel van de besparingen in het kader van het Europees «reddingsplan». Op het zelfde moment maakten de drie grote elektriciteitsbedrijven die de steenkool gebruiken van de 40 mijnen die nog in werking zijn, een nettowinst van 6,34 miljard euro. Opdat een minderheid kan doorgaan met steeds meer winst binnen te rijven, laten regeringen overal in Europa de werkende bevolking opdraaien voor de crisis. Het volgehouden gevecht van de mijnwerkers uit de Spaanse Staat is dan ook meer dan ooit het gevecht van de ganse arbeidersklasse in Europa!

In België organiseerden we op 13 juni samen een solidariteitsbetoging met het Griekse volk, een ander slachtoffer van het brutaal bezuinigingsbeleid.
Vandaag drukken we ook onze volledige solidariteit uit met de harde strijd van de Spaanse mijnwerkers. Wij steunen hun eis een einde te maken aan de repressie en alle actievoerders vrij te laten die tijdens de acties werden gearresteerd. Wij steunen ook hun eis om de mijnbekkens te nationaliseren en zo de werkgelegenheid veilig te stellen.

We klagen ook de rol van de Belgische staat aan, die onder het voorwendsel «Spanje te willen helpen», met haar deelname aan het «reddingsplan» voor de Spaanse banken, de financiers toelaat nog meer makkelijke winsten te maken op de rug van de werkers en de planeet.

Echte hulp zou eruit bestaan de illegitieme schuld te annuleren, de rijkdommen rechtvaardig te herverdelen, en over te gaan naar de instelling van een nieuwe manier van produceren, onder controle van de bevolking, om te voldoen aan de sociale noden en met respect voor de ecologische evenwichten van onze planeet.

De voorbeeldige strijd van de mijnwerkers geeft inspiratie aan de ganse Europese werkende bevolking in haar verzet tegen de besparingsplannen. Een overwinning van de Spaanse mijnwerkers is een overwinning op het Europa van het kapitaal!


Eerste ondertekenaars:

ASBL CEPRé (Centre d'Education Populaire Régional - La Louvière); és Action Europe; Egalité; Socialistische Arbeiderspartij / Ligue Communiste Révolutionnaire (SAP / LCR); Ligue Communiste des Travailleurs (LCT); Parti communiste; della Rifondazione Comunista - Federazione della Sinistra Belgio; Philippe Dubois - secretaris ACOD-Spoor Brussel; Komitee voor de kwijtschelding van de derdewereldschuld (CADTM-KODEWES)

Wil je de oproep ondertekenen? Stuur dan een mail naar anti.austerite@gmail.com